Naja, daar ging ik dan dus weer. Eerst naar Amsterdam, naar de verjaardag van Eric, en daarna de nachttrein in. Je kan het geloven of niet, maar de CityNightLine van Amsterdam naar Basel is een stuk minder comfortabel dan de nachttrein van Rome naar München. Eerst was het koud, Nederlandse locomotieven zijn blijkbaar niet in staat om het Duitse verwarmingssysteem te voeden. In Emmerich werd het beter, maar na Keulen werd het echt te heet. In Koblenz hebben we dan meer dan een uur stilgestaan, en ik kan niet zo goed slapen in een stilstaande trein en al helemaal niet als het te warm en te benauwd is en er drie man in koor liggen te snurken. Toen we eindelijk gingen rijden heb ik nog even naar het moezeldal kunnen kijken en ben ik toch maar weer gaan liggen, waarna ik nog een uur of vier geslapen heb. In Basel te weinig tijd om te pinnen en ontbijt te halen, dus alleen dat laatste, waardoor ik met 50 euro 11 frank moest afrekenen (= 7,50) en dus 48 frank terugkreeg (tel uit mijn verlies…). De aansluiting verder perfect gehaald, en in de trein, die vrij rustig was, snel weer in slaap gedommeld, waardoor ik, op een paar flarden na, van de alpen niets heb meegekregen. Pas na de Gotthard gingen de oogleden weer met enige regelmaat omhoog, en dat ondanks twee mokken ranzige treinkoffie (a Fr 3,30 het stuk). Het is wel altijd het mooiste stuk van de reis, de afdaling vanaf de Gotthard door Ticino (het italiaanssprekende deel van Zwitserland) naar Lugano, Chiasso en Como, vooral vanwege al die meren waar je langskomt en de onheilspellende steilheid van de bergen die het dal omringen.
Bij Chiasso was ik de Jacques. De trein staat daar een half uur stil bij de grens tussen Zwitserland en Italië en net als in de lente werd ik er ook nu tussenuitgepikt voor het volledig doorlichten van mijn baggage. Blijkbaar voldoe ik aan een bepaald profiel. Ik vond het eigenlijk wel grappig, ik lag nu niet, zoals de vorige keer, te pitten, en het was zo duidelijk dat ze toch niets zouden vinden, dat het eigenlijk voor hen een beetje genant begon te worden, met name voor de capo, die maar amechtig probeerde toch iets te vinden, terwijl de anderen het allang door hadden. Vlak daarna werd ik door mijn zusje gebeld dat de kogel door de kerk was en dat ze dus vanaf volgende week bewoonster is van het NIR als bibliotheekstagiaire, tot eind maart. We zijn een dynastie begonnen.
Ook in Milaan ging alles op rolletjes, we waren zelfs wat te vroeg, snel gepind (want nu had ik wel franken maar geen euro’s) en een krantje en een broodje gekocht en in de Eurostar gestapt voor de langste zit van alle: Noord-Italië. De Po-vlakte is een beetje als Nederland maar dan langduriger en met minder afwisseling. Tussen Milaan en Bologna is gedurende drie uur echt niets bijzonders te zien vanuit de trein, en niet omdat het er meestal mistig is. Na Bologna wordt het iets beter en vanaf Firenze ben je ‘bijna’ in Rome.
Om half zeven was ik thuis, na een korte, maar vergeefse jacht op een maandkaart (die zijn natuurlijk al uitverkocht) en een tochtje in de propvolle metro en dito bus. Ruim op tijd voor de supermarkt. ‘s Avonds lekker filmpje gekeken (Giornata Particolare, ik had ‘m echt niet begrepen de vorige keer, geloof ik) en bijtijds naar bed, net als vandaag, want ik ben echt hondsmoe.
Miko Flohr, 11/01/2005