Zo, hij zit er weer op, de werkweek. Niet dat ik nou zo productief ben geweest, maar de dagen die tot de werkweek behoren, zijn verstreken. Dat heb ik nou altijd – vorige week erg hard gewerkt, deze week zeker niet niks gedaan, maar toch voor m’n gevoel een stuk minder vruchtbaar allemaal. Het is wellicht ook het werk dat je doet: je blijft eigenlijk steeds zoeken naar hoe je het nou aan moet pakken en als je dat dan even gevonden hebt, gaat het rap, maar daarna moet je meteen weer verder zoeken. Is ook de charme natuurlijk, ik heb een aantal erg interessante artikelen gelezen die zoals gebruikelijk meer vragen oproepen dan ze beantwoorden (mensen die zich met de oudheid bezighouden hebben nogal eens de neiging om een leuk catchy makkelijk in het gehoor liggend verhaaltje te vertellen over hoe het geweest ZOU KUNNEN zijn en kunnen dan heel goed beschrijven welke aanwijzingen ze daarvoor zien maar vaak blijft het op dat niveau steken: enige beschouwing over de eventuele minder zekere kanten van de theorie en over de verantwoordheid van de extrapolatie blijven vaak beperkt tot een ‘natuurlijk weten we het niet zeker, maar toch vind ik…’ Als je literatuur leest omdat je een beter beeld wilt krijgen van de wereld waarin jou onderzoek zich afspeelt, kan dat natuurlijk behoorlijk frustrerend zijn.)
Maar het is weekend! En wat ga ik sociaal zijn, vanavond met iemand afgesproken, morgen een borrel met mensen van het Knir en zondag is het 1 mei, dat betekent Il Concertone, met al mijn favoriete Italiaanse bands (Le Vibrazioni, Negrita, Marlene Kuntz) en nog veel meer, op de Piazza San Giovanni. Dat incalculerend zal ik morgen maar eens gewoon doorwerken, want maandag zal ik er wel niet heel fris en fruitig bij zitten.
Miko Flohr, 29/04/2005