Er zijn van die avonden waar je al maanden vol verwachting naar uitkijkt en die dan precies brengen wat je verwacht zonder dat alles precies loopt zoals je het had verwacht. Gisteren was zo’n avond. Er zijn van die bands die in staat zijn, waar en wanneer ze ook spelen, te intrigreren, te ontroeren, te overtuigen en te inspireren. REM is zo’n band. Er zijn van die plaatsen die van kale leegte getransformeerd kunnen worden in een sfeervol theater. Het Stadio Olimpico is zo’n plaats.
Het was, kortom, een geweldige avond. Natuurlijk was het voorprogramma (zeropositivo) zwaar kut en speelden ze te lang. Natuurlijk begon het concert een half uur te laat. Natuurlijk was het bier te duur (vijf euro voor een plastic flesje bavaria van 0,25 liter, een schande). Maar op het moment dat de lichten uitgingen en de (overigens geniaal gekozen) opener ‘I took your name’ werd ingezet gevolgd door ‘What’s the Frequency, Kenneth (beiden van Monster uit 1994) was ik, en met mij het hele stadion, voor de bijl. Stipe had inderdaad een zwarte blinddoek op z’n hoofd geverfd zoals op de foto hier (die niet van het concert is) en was, op zijn geheel eigen elastisch-houterige manier voortdurend overal en voortdurend in beweging. De kracht van REM is, voor mij, dat ze, afgezien van de onmisbare Grote Drie (Man on The Moon, Everybody Hurts en Losing My Religion) geheel onvoorspelbaar zijn in de samenstelling van hun setlist en niet schromen een bijna vergeten nummer van twintig jaar terug op te poetsen en te spelen met een verve alsof ze het gisteren geschreven hebben. Hoogtepunten? Nightswimming, tijdens de toegift, was voor mij de grootste verrassing omdat ik het nog nooit live had gehoord (of vergeten ben), Walk Unafraid, omdat dat nou eenmaal het beste livenummer is dat ze hebben, The Outsiders, omdat Stipe nog best redelijk blijkt te kunnen rappen ook, en Leaving New York, omdat, punt. Sowieso, als je zo’n band, die je redelijk na staat, een paar keer ziet, is het alsof er een soort van thuisgevoel ontstaat: ik heb ze voor het eerst gezien in 1995, daarna in 2003 en dus nu gisteren en het is dan steeds een beetje alsof de wereld ondertussen gewoon doordraait maar als je er dan weer bent, bij zo’n concert, is er eigenlijk niets veranderd.
Overigens was de ambiance wat raar. Loop je naar een van de meest geengageerde bands van het moment (‘Final Straw’ van het laatste album werd gepresenteerd als protestsong tegen de Bush Administration, tot groot gejuich bij het publiek, want Bush = Berlusconi voor veel Italianen) langs de obelisk met MVSSOLINI DVX en over de mozaïeken met DVCE DVCE en teksten als ‘MOLTI NEMICI MOLTO ONORE’ (‘veel vijanden, veel eer’). De shirtverkopers hadden het ook al niet helemaal begrepen en hadden grote hoeveelheden Star-spangled banners meegenomen voor de verkoop. Ik heb er in het hele stadion niet een gezien…
Miko Flohr, 11/06/2005