Vlak bij de uni ligt park Brakkesteijn en dat is een van mijn favoriete plaatsen in de stad. Nog geen 200m van mijn vervloekte betonkolos sta je in een decor van gras en bomen waar de tijd stil lijkt te staan en de nabijheid van de campus onhoorbaar en vooral onzichtbaar is (afgezien van de in aanbouw zijnde studentenflat kun je helemaal niets zien, zelfs het erasmusgebouw niet). Ik loop er vaak even een ommetje, sinds de bouw van het nieuwe sportcomplex is het park goed bereikbaar vanaf mijn werkplek. Net ook even geweest, ongeveer een uur na de lunch, dat breekt het ritme van de middag, niet mijn meest vruchtbare uren van de dag. Het grappige is dat ik er heel effectief werk. Ik hak er allerlei knopen door waar ik al een tijdje mee worstel – net ook een paar over dat verdoemde artikel dat maar niet wil vlotten en eigenlijk voor ik wegga af moet zijn. Ik laat het geklaag over de stand van de wetenschap maar even achterwege, stip het kort aan en maak er dan later een apart artikel van. Het is teveel ineens om te doen – ik kreeg laatst in Groningen de kritiek dat ik door de dingen te combineren beide onderwerpen onrecht dreigde te doen en die zou wellicht ook hier terecht kunnen zijn. Bovendien moet ik dit jaar toch nog voor de universiteit een status quaestionis schrijven, dus dat kan ik dan mooi allemaal daarin kwijt. Ga ik dus nu even anderhalve pagina schrappen. En dat voor een ‘gestolen’ half uurtje buiten, niet gek toch?
Miko Flohr, 12/09/2005