Oef. Daar had ik de vorige keer toch wat minder last van. Het zal wel aan mijn middagdut van zaterdagmiddag liggen, maar mijn ritme was goed in de war. Hoewel moe na een fijn concert en een leuke avond uit, gingen vanmorgen tegen zes (!) pas de luiken dicht – en dat terwijl ik mijn wekker in een vlaag van optimisme gewoon om acht uur had gezet. Dat werd dus tegen elven – en tegen twaalven pas op de uni. Veel komt er niet uit mijn handen vandaag – dit bericht is zo’n beetje mijn eerste concrete resultaat, al heb ik wel een artikel gelezen, met verschillende mensen koffie gedronken en geconcludeerd dat ik te weinig tijd heb om alles keurig uit te pakken, te wassen, te strijken en mijn kamer op te ruimen voor ik vrijdag wegga (… en een vergelijkbare redenatie ging ook al op voor ik op vakantie ging…). Een Britse archeoloog heeft een artikel geschreven dat verdacht dicht tegen mijn onderzoek aanschurkt – en vooral tegen het artikel dat ik nog steeds aan het schrijven ben. Dat is aan de ene kant fijn, want het geeft aan dat ik op een actueel onderwerp aan het werken ben, aan de andere kant betekent het ook extra huiswerk: artikel goed lezen, een paar andere er nog weer eens even bij halen en dan bedenken wat voor implicaties dat heeft voor wat jijzelf aan het doen bent. De eerste indruk is dat hij zich – gelukkig – heel andere vragen stelt dan ik en vooral minder nauwkeurig is in zijn behandeling van het archeologische materiaal, maar of dat na de jetlag nog zo blijkt te zijn… wie zal het zeggen.
Miko Flohr, 03/10/2005