Morgen vlieg ik. Een voorbereiding van likmevestje, op het laatste moment nog een wijziging in het reisgezelschap (één van de drie komt pas de laatste dagen), allerlei perikelen op schiphol (zie hier). Maar morgenavond zit ik als alles goed gaat in het rustieke witte havenplaatsje van het eiland Mykonos. Een ideale vakantiebestemming.
“Maar Miko,” hoor ik jullie denken, “was je niet net terug van vakantie?” Klopt als een bus. Ik ga ook niet op vakantie. Ik ga hard werken. Zaterdagochtend reizen we met een bootje door naar Delos (zie foto), een van de grootste en belangrijkste opgravingen in Griekenland. Delos is inmiddels een onbewoond eiland zonder natuurlijke waterlopen dus uitermate ongeschikt voor menselijke bewoning. Het was, tot ca. 2070 jaar geleden, een welvarende, onafhankelijke handelsstad midden in de Cycladen. In 67 voor Christus wordt de stad door zeerovers en piraten verwoest en vervolgens verlaten. Daarna is er nooit meer iets van betekenis gebeurd. In wezen een soort Pompeii dus, maar dan minder goed geconserveerd, ouder, en Grieks-Hellenistisch.
Ik zit dus een week lang op een onbewoond eiland zonder enige natuurlijke begroeiing en waarschijnlijk zonder internet of telefoon. Het is een spannende week. Ik ga kijken of het me lukt er vollerijen en andere werkplaatsen te identificeren. De tempels en monumenten in de stad zijn beroemd, de huizen zijn bekend, maar over winkels en werkplaatsen hebben we niet meer dan een korte samenvatting van de bevindingen van de opgraver uit 1912. In dat braakliggende gebied wil ik wat nuttig werk verzetten, maar ik heb dus geen flauw idee of ik teveel, te weinig of misschien wel niets ga vinden. Het zou mooi zijn om Delos op dat terrein te kunnen vergelijken met Pompeii en Herculaneum, sites die ik natuurlijk vrij goed ken. Duim met me mee voor minstens drie vollerijen…
Miko Flohr, 06/10/2005