Ik heb het niet zo op met dat hele Godwingebeuren, eerlijk gezegd. Ik word er langzaamaan een beetje moe van – en dan is 4 mei pas over een dikke week… Wat me tegenstaat is niet eens de tenenkrommende stompzinnigheid van de vergelijking, of de morele hypocrisie van de Godwinsirene die vervolgens onvermijdelijk afgaat, maar eerst en vooral de mate waarin beide ‘kampen’ voor eigen parochie preken: men spreekt publiekelijk schande, verkneukelt zich aan beide zijden om het eigen gelijk, en bekommert zich niet om wat de ander wél probeert te zeggen. Het is niet eens een parodie op maatschappelijk debat. Het is een democratisch falen. Falen, want een democratie werkt – zeker in Nederland – alleen als je bereid bent te luisteren naar wat andersdenkenden vinden. En luisteren, dat doen er momenteel toch verdomd weinig.
Natuurlijk is het bizar om, zoals Michael Blok doet Wilders op basis van een zelfbedacht lijstje van ‘criteria’ met Adolf Hitler te vergelijken. De criteria zijn vooral heel suggestief, en over menig kruisje in de tabel kan men nog wel een uur of wat soebatten. Vanwaar bovendien de fixatie op Hitler? Waar zijn Stalin, Mussolini, Mao en Franco, om maar een paar willekeurige voorbeelden te noemen? Als Hitler relevant is, zijn zij dat evenzeer. Maar dat is nou net het hele punt: historisch gezien is niet de vergelijking met zeventig jaar geleden primair relevant, maar de vergelijking met Europese politici die in onze tijd, en in onze wereld een rol spelen of speelden. Denk aan Jean Marie Le Pen. Jörg Haider. Umberto Bossi. Silvio Berlusconi, wellicht. Pim Fortuyn – zeker. Filip DeWinter. Pia Kjaersgaard….
Heel Europa wordt overspoeld door een golf van xenofoob populisme, en wat doet weldenkend Nederland? Weldenkend Nederland vergelijkt wat er in Nederland gebeurt met een fenomeen uit een andere wereld die allang niet meer bestaat en in veel zaken fundamenteel verschilde van de onze. Daarmee stappen we overigens keurig in het bekrompen nationalistische frame dat het populisme ons oplegt: we spelen het spel, als immer, volgens de regels van Geert. Gek is dat toch. Ik begrijp dat niet. Het lijkt ook wel alsof we niet willen begrijpen wat er aan de hand is. Als we de koe Wilders écht bij de horens willen vatten, kunnen we het beste goed kijken naar de kudde waartoe hij behoort. Later kunnen we het eventueel nog eens hebben over wat overeenkomt met nationaalsocialistische en fascistische bewegingen in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw, maar dat is toch op de keper beschouwd vooral een academische discussie.
Tegelijkertijd komen al die vergelijkingen niet helemaal uit het niets. Sterker, ze zijn het topje van een ijsberg. U kunt het allemaal onterecht vinden, of dom, en u kunt al die mensen wegzetten als linkse moraalriders of fatsoensfascisten, maar uiteindelijk valt niet te ontkennen dat de extreme uitspraken van Wilders en PVV-ers over de islam en de grote electorale winst die men daarmee behaald heeft, bij een aanzienlijke groep Nederlanders alarmbellen heeft doen rinkelen – met name, zo lijkt het onder de oudere generaties. Die alarmbellen rinkelen echt niet omdat die mensen serieus denken dat er over twee jaar gaskamers staan op Rottumeroog, of omdat men verwacht dat de PVV erin zal slagen binnen afzienbare tijd alle Moskeeën te sluiten.
Die alarmbellen rinkelen omdat velen het uitermate zorgwekkend vinden dat er in Nederland een invloedrijke politieke beweging is waarvan de voorman bij herhaling en uitdrukkelijk heeft beweerd dat a) de Islam een fascistoïde religie is die streeft naar omverwerping van het Westen en b) dat een gematigde islam als zodanig niet bestaat. Ergo: de Islam is gevaarlijk en Nederland en het Vrije Westen zouden beter af zijn zonder de Islam. Ergo: het zou goed zijn als de Islam uit Nederland zou verdwijnen. Ergo: ik, als politicus, zal binnen de mij gestelde kaders proberen mijn steentje daaraan bij te dragen.
Die alarmbellen rinkelen bovendien omdat velen zien dat dit soort voor hen zeer zorgelijke uitspraken blijkbaar voor velen van hun landgenoten geen reden zijn om de politieke beweging en haar voorman af te wijzen – het islamstandpunt is geen reden meer om niet op Wilders te stemmen. Voor velen appelleert dat aan wat er in de vroege jaren ’30 in Duitsland gebeurde. Dat kunt u onterecht vinden, maar het lijkt erop dat mensen dat simpelweg zo ervaren. Dat is geen onbelangrijk gegeven.
Uiteraard, Wilders is geen Hitler, en dat zal hij ook nooit worden, maar de zorgen – oprechte zorgen – die mensen hebben over de PVV kan men moeilijk los zien van de levende geschiedenis die de Tweede Wereldoorlog na bijna zeventig jaar nog steeds is, en de functie van moreel ijkpunt die deze zwarte bladzijden in de Nederlandse geschiedenis nog steeds innemen. Misschien is dat maar goed ook. Het alternatief is immers dat we de Tweede Wereldoorlog, en de Holocaust, buiten de geschiedenis plaatsen en Hitler zien als een gecorrumpeerde belichaming van Het Kwaad zelve en niet als dat wat hij feitelijk primair was en de facto natuurlijk altijd gebleven is – een mens. De Holocaust is, helaas, mensenwerk en het is totaal onzinnig, zo niet gevaarlijk om wat tussen 1933 en 1945 gebeurde per definitie irrelevant te verklaren voor onze kijk op de wereld van vandaag de dag – zoals men ons bij Elsevier schijnt te willen doen geloven. De Oorlog is levend verleden, en nog steeds voor velen een schrikbeeld van al wat de mens de eigen soort kan aandoen.
Levend verleden kleurt het heden hoe dan ook – en het zou wellicht geen kwaad kunnen als de oprechte zorg die er bij mensen leeft erkend wordt – bijvoorbeeld door de voorman van de politieke beweging waarom dit godwingebeuren draait. Wilders zou een hoop onrust de kop in kunnen drukken door – naast het uiten van zijn (begrijpelijke) ergernis over de voortdurende vergelijkingen tussen de PVV en de NSDAP – wat nadrukkelijker de visie uit te dragen dat hij ook voor gelovige moslims een toekomst zit in Nederland. Maar dát heeft Geert Wilders tot op de dag van vandaag nog niet gedaan. En dat is ook best gek, eigenlijk.
Miko Flohr, 26/04/2011