Zesjescultuur

Met enige verbazing volg ik de berichtgeving in de media over de plannen van de VSNU. De Volkskrant kopte gloedvol ‘Universiteiten verplichten student tot volgen college’ en kraaide

Het onderwijs aan universiteiten wordt strenger, verplichtender, selectiever en uitdagender. Dat moet de voortijdige uitval van studenten terugdringen en een einde maken aan de vermeende zesjescultuur.

De Telegraaf stelt:

De universiteiten gaan strengere regels stellen aan studenten. Dat is de essentie van een brief die universiteitskoepel VSNU donderdag verstuurt aan staatssecretaris Halbe Zijlstra van Onderwijs.

Verder horen we allerlei verontrustende berichten over selectie aan de poort en intakegesprekken. Het zou verplicht worden om colleges bij te wonen, en het aantal herkansingen gaat omlaag. Desalniettemin is het de bedoeling daarmee de studieuitval omlaag te brengen. Ik besloot de brief zelf er eens op na te lezen.

In de eerste plaats: ja. Er is serieus sprake van uitermate onzalige plannen. Verplicht bijwonen van (hoor)colleges is werkelijk te gek voor woorden – nog los van wat dat allemaal gaat kosten aan administratie, waarom zou je naar een college gaan waar het handboek wordt voorgelezen of, omgekeerd, waarom zou je als docent nog net dat beetje extra geven als studenten toch elke week in de zaal moeten zijn. Zo creëer je een zesjescultuur in plaats van dat je er een opheft. En dan dat intakegesprek. Ik heb dat zelf mogen doen in Oxford, en ik word er niet vrolijk van. Het kost voor stafleden ontzettend veel van de toch al schaarse tijd, als je het goed wil doen, en het zicht dat je krijgt op de kandidaat-student is nog steeds uiterst beperkt. Als je op die manier selectief wil zijn, wordt het een loterij.

Daar komt nog bij dat er in het hele plan een intrinsieke tegenstelling zit: aan de ene kant wil men naar een afstudeerprecentage voor de Bachelor van zeventig procent (na vier jaar), aan de andere kant wil men het algehele niveau flink omhoog zien te krijgen. Maar het is van tweeën één. Ofwel je wil een diplomafabriek zijn en dan wil je zoveel mogelijk studenten aan zoveel mogelijk diploma’s helpen, of je wil een excellente topuniversiteit zijn, en daarbij hoort dat een deel van het publiek dat je trekt het uiteindelijk niet redt: brede instroom, maar stevige selectie in het eerste jaar. Selectie aan de poort is zinloos omdat je simpelweg pas na een tijdje weet wat voor vlees je in de kuip hebt: ‘matige’ scholieren ontpoppen zich niet zelden tot excellente studenten, gegarandeerde cumlaudeklantjes blijken maar al te vaak om allerlei redenen toch niet helemaal gemaakt voor de universiteit.

Maar er is iets in die brief van VSNU dat voor mijn gevoel in de pers te weinig aandacht heeft gekregen. Oppervlakkig gelezen lijkt het alsof de VSNU onze arme Halve Zoolstra precies geeft wat hij wil: rendementen, daadkracht, en meetbare resultaten. Toch is dat volgens mij niet de boodschap die Sijbolt Noorda zijn staatssecretaris brengt. Die boodschap ligt net iets anders. Ik citeer:

. Daarbij benadruk ik wel het belang van realistische ambities, gegeven de bezuinigingen waarmee de universiteiten geconfronteerd worden. Kleinschaliger onderwijs is echt niet realiseerbaar zonder extra middelen.

en later nogmaals

Daarbij vergt, zoals reeds aangegeven, verandering richting een ambitieuze studiecultuur een lange adem, volharding en stabiele condities in wetgeving en financiering.

Wat de VSNU zegt is: wij willen heel graag dingen doen die het kabinet ook wil, maar – en dat werd dus even gemist hier en daar – met de bezuinigingen en de knellende financiële kaders zijn wij daar op dit moment simpelweg niet toe in staat. Kortom: ‘vlieg een eind op met je mooie ambities, Zoolstra, en kom eerst maar eens met flink wat geld over de brug – dan praten we verder’.

In alle redelijkheid, dat zijn toch zaken waarvan je zou hopen dat het op lezen getrainde journaille eruit zou pikken en aan zou zetten. Maar misschien heeft ook daar de zesjescultuur wel toegeslagen?

Miko Flohr, 30/06/2011