Laat ik dit stuk maar beginnen met een bekentenis, dan kunt u zelf bepalen of u verder leest: ja. Ik ben zo iemand die de palestijnen op de westelijke jordaanoever en de gazastrook intuïtief in de eerste plaats ziet als verliezers. Een door verheffingsidealen verblinde palestijnenknuffelaar ben ik zeker niet, maar ik heb – observeer ik – als vanzelf begrip, en een bepaalde mate van sympathie, voor de woede die er onder hen leeft – en met ‘hen’ bedoel ik dan de mannen, vrouwen en kinderen die daar in die omstandigheden zoveel mogelijk op normale wijze iets van hun leven willen maken. Ik begrijp dat die mensen boos, ziedend, laaiend zijn vanwege de situatie waarin ze zitten. En ik ben deels boos met hen, want ze zijn en worden door de loop der dingen ongenadig gepakt, en ja, ik ben zo iemand die meent te zien dat het deels, grotendeels Israel is dat aan het Palestijnse rad van fortuin draait. De Palestijnen – althans, de welwillenden onder hen – kijken toe en zien hoe het rad steeds opnieuw tot stilstand komt bij ‘0’. Dat is meer dan schrijnend. Maar slachtofferschap is nooit iets passiefs of objectiefs. Het is iets dat je jezelf aanmeet, of dat anderen jou aanmeten naar aanleiding van de loop der dingen, en iets dat zich na verloop van tijd in een bepaalde richting ontwikkelt. Alle betrokkenen spelen daarin een actieve rol. Gedeeld en gecultiveerd slachtofferschap is bovendien vruchtbare grond voor van alles en nog wat. Mooie dingen, zoals saamhorigheid, maar vaak ook lelijke dingen, zoals binair vijanddenken en extremisme.
Nog een bekentenis dan maar. Ik, en ik heb de indruk vele anderen met mij, hebben de donkere kanten van het Palestijnse slachtofferschap veel te lang voor lief genomen. Palestijnen hadden te lijden, en Israel was de agressor die hen naar de randen van de aarde wilde vegen, en eroverheen. Het laatste jaren is dat bij mij snel veranderd. Ik maak me zorgen. De Palestijnse zaak zou in principe een universeel goede zaak moeten zijn, en een vredige, stabiele toekomst voor de mensen in de bezette gebieden is belangrijk, maar als je – los van de rol van Israel – echt kritisch probeert te kijken naar de bijdrage die vanuit de Palestijnse gebieden aan dit alles wordt geleverd, dan word je – om het voorzichtigjes uit te drukken – niet vrolijk. En in dat alles speelt de firma Hamas een sleutelrol. Hamas is de grote vijand, en dat is Hamas ongetwijfeld deels omdat Hamas in het Westen tot de grote vijand gemaakt wordt, maar zeker ook omdat Hamas maar al te graag de grote vijand wil zijn. Voor de gezelligheid nu even een citaat. We schrijven eind 2010 (!):
We zijn beter voorbereid om voort te gaan op ons exclusieve pad waarvoor geen alternatief bestaat en dat is het pad van de jihad en de strijd tegen de vijanden van Moslims en mensheid. Wij zeggen tegen onze vijanden: jullie zullen vernietigd worden, en Palestina zal van ons blijven – inclusief Al-Quds (Jeruzalem), Al-Aqsa, en de steden en dorpen van de zee tot de rivier, van het noorden tot het zuiden. Jullie hebben geen recht op zelfs maar een meter ervan.
Dit is dus Mohammed Deif. Wie? Mohammed Deif. Dat is, naar het schijnt, de huidige chef van de Izz ad-Din al-Qassam brigades. Dat is ‘officieel’ de gewapende tak van Hamas – in de praktijk opereren de brigades onafhankelijk, grotendeels zonder dat de ‘politieke’ leiding van Hamas precies weet wat ze uitvreten (doch de politieke leiding van Hamas heeft nimmer publiekelijk afstand genomen van de brigades). De Izz ad-Din al-Qassam brigades hebben het begrip ‘martelaarschap’ misschien niet geïntroduceerd in het Palestijnse conflict, maar het toch zeker een andere dimensie gegeven – via de vele zelfmoordaanslagen in de jaren ’90, en nu dat niet meer kan, via de rakketten die vanuit Gaza op Israel worden afgevuurd, en die immer via de kort erop volgende precisiebombardementen van het Israelische leger heel wat meer mensen naar het martelaardom brengen dan er betrokken waren bij het afvuren van de rakketten. Het zijn, kortom, spijkerharde terroristen.
Ja, natuurlijk. Hamas is ook een vriend. Voor Palestijnen dan. En: deels. Het is die religieuze organisatie die zo diep vertakt zit in de samenleving dat zij in staat is de samenleving vorm te geven. Hamas doet de medische zorg, bouwt scholen, ondersteunt mensen financiëel. Die nuance wordt vaak gemakkelijk vergeten, maar is en blijft van groot belang. En natuurlijk, ja, vrinden van Israel, de positie van Hamas is deels het product van de Israelische staat, die in de jaren ’80 Hamas steunde om de steun voor de PLO te breken (waar hebben we dat meer gehoord?). Daar zullen ze zich wellicht nog eens over achter de oren krabben, in Jeruzalem. Maar Hamas is vooralsnog vooral die ‘vriend’ van de Palestijnen die sommigen van hen ertoe aanzet hun volk herhaaldelijk en met open ogen in de eigen voet te schieten. Echte vrinden van de Palestijnse zaak bezien Hamas maar beter uitermate kritisch. Ja, er zijn, goddank, opiniepeilingen die erop duiden dat Hamas publieke steun aan het verliezen is – minder dan de helft van de inwoners van Gaza zou Hamas steunen, en de meerderheid van hen geeft zowel Hamas als Israel de schuld van de situatie, maar Hamas zal noodzakelijkerwijs deel van de oplossing moeten zijn: de organisatie zit te diep in de samenleving en doet te belangrijk werk om zo maar op te heffen. Daar zal ook nooit draagvlak voor zijn. Maar zolang Hamas de al-Qassam brigades niet opdoekt, is de beweging in de eerste plaats en onwrikbaar onderdeel van het probleem. Hamas zal paradijslustige extremisten blijven aantrekken die iedere stap voorwaarts per raket aan flarden bombarderen, en legitimeert al doende groepjes niet-gelieerde gekken vergelijkbaars te doen. Feitelijk gijzelt Hamas daarmee de rest van de bevolking. Dat verdient meer erkenning, ook en vooral van hen die meeleven met het tragische lot van de Palestijnen.
Voor mensen die de Palestijnse zaak in principe een warm hart toe dragen, is het wellicht handig om de toon soms wat aan te passen. Ja, kritiek op Israel mag – natuurlijk. Niemand is hier in de positie om de ander enig recht te ontzeggen. Vaak ligt kritiek op Israel zelfs zeer voor de hand. Maar kritiek op de één is geloofwaardiger als die gepaard gaat met een kritische blik op de ander. Want uiteindelijk gaat het niet alleen om de waarheden die waren, zijn en zullen zijn, maar ook en vooral om de waarheid waarin men gelooft en waarnaar men handelt. En die brengt men het best aan de man op basis van een gedegen, genuanceerde blik. Een blik die ruimte laat voor kritiek op diegenen waarmee men in de grond van het hart sympathiseert. Dat verwacht men immers ook van de ‘tegenpartij’. Dus, Gretta, even diep ademhalen, en húp. Zeg het ze! Zeg het ons! Laat zien dat je net als ieder weldenkend mens vindt dat Hamas vandaag nog afstand moet nemen van de Qassam-brigades. Je kunt het!
Miko Flohr, 14/07/2011