De Portretrechten van Anders Behring Breivik

Het meest confronterend vind ik dus die foto’s die overal opduiken. Er zijn een paar varianten, maar de keurige-trui-variant lijkt het, gek genoeg, vooralsnog te winnen. In deze variant kijkt de massamoordenaar het publiek met licht naar links gebogen hoofd aan, de haren keurig gekamd, een paar plukjes haar op de kin, en iets dat op een haast verlegen grijns lijkt. De torso is licht gedraaid. Over een oranje blouse draagt de marxistenkiller een donkerblauwe, haast zwarte trui met de krokodil van de firma Lacoste iets boven de linker tepel. De witte achtergrond suggereert een haast professionele portretfoto. Een fatsoenlijke knaap, zou je zeggen. Een keurige jongen. Een acht voor wiskunde, een zeven voor economie. Nine to five burobaan met behoorlijke financiĆ«le compensatie. Keurig samenwonend met zijn vriendin. De ideale schoonzoon. Eens in het jaar nog dronken met de oude studievrienden. Nu nog wel, want binnenkort komen de kinderen, en dan is het afgelopen met de pret. Misschien een beetje conservatief, maar verder vooral onopvallend.

De waanzin heeft een verontrustend vertrouwd gezicht, en dat gezicht lacht de wereld vriendelijk en beleefd toe. Het kwaad ziet eruit als dertien in dozijn. Ik word daar koud van. Ik realiseer me dat ik geen truien van Lacoste heb, en ik bedenk me prompt dat het feit dat ik me dat zo ongeveer automatisch realiseer tamelijk bizar is. Maar misschien ben ik wel niet de enige. Aan de ene kant is de confrontatie met de banaliteit van het kwaad misschien wel goed. Het kwaad zit ergens misschien ook wel in ons allemaal. Natuurlijk zit er een steekje los in die man, maar het blijft een mens die door zijn eigen menselijke tekortkomingen tot onmenselijke daden komt. U en ik hadden ook tot zo’n machinegeweermonster kunnen verworden – door de psychische aanleg waarmee we op de wereld kwamen, door de loop der dingen, door het ideologische gif dat we besloten tot ons te nemen. Het is slechts niet zo gelopen, omdat we als andere mensen op de wereld kwamen, en ons niet in die richting hebben ontwikkeld. Huiveringwekkend vind ik dat.

Aan de andere kant: waarom niet de foto met het machinegeweer, of de foto in het apenpakje van de tempeliers, of, nog veel beter, de foto genomen door de politie bij arrestatie? Het monster heeft het internet volgeplempt met allerlei propagandaplaatjes, en wat doen de media? Die gebruiken wat wordt geboden. Kritiekloos. Automatisch. En dat is precies wat het monster wil. Alles voor de heilige oorlog, kruistocht, jihad, of welke term u ook wil gebruiken. Goddank heeft de Noorse justitie besloten de pers uit de zaal te laten bij de hoorzitting vanmorgen. Maar nu al, zo lijkt het, zijn er her en der testosteronbommetjes, dragers van het waarheidsvirus, die zich inspireren laten. Als deze terreurdaad ergens een zware verantwoordelijkheid neerlegt is het wel bij de media, de deskundologen, en alle politiek gemotiveerde hotemetoten, die – los van alle retoriek over persvrijheid en vrijheid van meningsuiting – in de komende weken belangrijke keuzes zullen moeten maken over toonzetting, prioriteiten en de effecten van wat men schrijft of roept op eenzame wolven. Want dat we juridisch vrij zijn om van alles en nog wat te roepen, zover zijn we nu wel. Maar dat gestoorde gekken de natuurlijke dynamiek van het debat doorgronden en schaamteloos gebruiken om hun politieke agenda te verwezenlijken is iets dat bij iedere prominente deelnemer aan dat debat om behoorlijk wat zelfreflectie vraagt. Sociale dynamiek houdt niet op bij juridische verantwoordelijkheid – die begint daar pas. En nee, dit is geen oproep tot regulering, juridisering, en andere vormen van verregaande bedilzucht. Wel een constatering dat woorden effecten kunnen hebben die zowel de verantwoordelijkheid als de bedoelingen van de spreker ver overstijgen, en dat het geen kwaad kan daar kritisch over na te denken en dat een rol te laten spelen in de manier waarop men schrijft over dit ontspoorde monster.

Overigens wens ik de firma Lacoste veel sterkte met de jaarcijfers. Ik zal, de volgende keer dat ik iemand zie rondlopen met die trotse krokodil op de borst, hartstochtelijk proberen om niet aan Anders Behring Breivik te denken. Want dat zou totaal onterecht zijn. Maar toch…

Miko Flohr, 25/07/2011