Dus: een politicus beschuldigt een aanstaand rechter van het hebben van een hem niet welgevallige politieke mening, en vervolgens zegt de aanstaand rechter publiekelijk het lidmaatschap van zijn politieke partij op, want wat moeten die paar mensen die op de politicus gestemd hebben anders wel niet denken? Het is totale waanzin. De tyrannie van de schreeuwende minderheid is dus blijkbaar al zo diep geworteld dat het niet meer ondenkbaar is je politieke overtuiging aan de wilgen te hangen om je publieke functie maar te kunnen uitoefenen zonder dat de hatende hordes aan je stoelpoten zagen. Het is behaagzieke zelfcensuur – alles voor Henk en Ingrid, mijn politieke overtuigingen en principes voorop.
Het is zinloos. Je kan de man wel uit de partij halen, maar de partij niet uit de man, zeker niet voor Henk en Ingrid. Als Buruma écht gelooft dat Henk en zijn ega hierin trappen, dan schat hij ze totaal verkeerd in. Voor hen blijft hij Buruma, de salonsocialist, de linkse lul die er, je bent mediaprofessor of niet, als de kippen bij was om Wilders vanuit zijn ivoren toren met Mussolini te vergelijken. Sterker: ze zullen met graagte het etiket ‘draaikont’ van stal halen: nu hij een mooi baantje kan krijgen, zegt hij snel zijn lidmaatschap op. Henk en Ingrid haten de PvdA, maar ze hebben een nog veel grotere hekel aan baantjesjagers die hun principes verloochenen – en onterecht of niet, dát is hoe zij Buruma zullen inschatten. En als ze dat niet zelf doen, doen anderen dat wel voor hen.
Maar de zinloosheid en betekenisloosheid van het beëindigen van zo’n lidmaatschap zijn nog tot daar aan toe. Veel zorgelijker is het precedent dat Buruma hiermee schept: het is voor rechters niet langer vanzelfsprekend om lid te zijn van een politieke partij. Dat is de bijl aan de stam van onze rechtsstaat, vrinden. Een van de basisprincipes van de rechtsstaat is dat er een strikt onderscheid is tussen de persoon die in zijn professionele leven rechter is, en de rechter die wikt, weegt en beschikt over wat al dan niet juridisch door de beugel kan, en op welke gronden. De persoon die rechter is heeft een politieke mening, de rechter die een oordeel geeft, heeft dat niet. Dat Wilders en zijn cynische volgelingen niet geloven in dat onderscheid is heel triest en moet – zeker vanuit de rechterlijke macht – te vuur en te zwaard bestreden worden: Nederlandse rechters laten zich niet beïnvloeden door hun politieke overtuigingen. Rotte appels en dwalingen heb je overal, maar over het algemeen zijn er vrij weinig aanwijzingen dat rechters willekeurig maar wat aanrommelen en doen wat hen politiek het beste uitkomt.
Maar wat doet Buruma? Hij geeft Wilders met zijn besluit impliciet gelijk: blijkbaar heeft het idee van sommige leken dat rechters onvoldoende in staat zijn zaken en privé te scheiden voor hem een zodanige waarde dat hij ze graag gerust wil stellen. Dat is bizar – zeker voor iemand die zo goed weet hoe de Nederlandse rechtspraak in elkaar steekt. En het is zorgelijk. Want hij geeft zijn criticus Wilders ongewild een fikse haffel munitie om door te blijven zagen aan de stoelpoten van de rechterlijke macht, en om voortdurend te pas en te onpas aandacht te vragen voor de politieke voorkeuren van de mensen achter de rechters. Totale waanzin.
Miko Flohr, 27/08/2011