Twee weken terug werd in Birmingham een bejaarde man vermoord. Gewoon, op een zinloze maandagavond, midden op straat. Van achter neergestoken, met een kapmes, en wel zo hard dat het ding er aan de voorkant uit kwam. Het slachtoffer was moslim, op weg terug van de moskee. De dader een blanke man van een jaar of dertig. De politie denkt aan racistische motieven.
Eergisteren werd in Londen een man vermoord. Gewoon, op een zinloze woensdagmiddag, midden op straat, tijdens de avondspits. Frontaal aangevallen, met een kapmes, en bruut toegetakeld. Het slachtoffer was militair in burger, op weg terug naar de kazerne. De dader een zwarte man van een jaar of dertig, naar eigen zeggen verwikkeld in een heilige oorlog. De politie gaat uit van extremistisch-religieuze motieven.
Twee moorden, twee reacties
Twee keer een brute moord, twee keer een onschuldig, schijnbaar min-of-meer willekeurig slachtoffer. De vraag is nu: wat is het verschil? Nou, dat verschil is nogal groot, blijkbaar. Het ene voorval haalde immers slechts de achterpagina van een enkele Britse krant, terwijl het andere leidde tot een spoedzitting van het Britse kabinet én tot een breaking news-storm in de internationale media. Autochtone opiniebaasjes vallen over elkaar heen om de brute aanslag van ‘de Islam’ op ‘het Westen’ te veroordelen, maar zwegen over een vermoedelijk racistische misdaad vanuit blanke kring.
Een beetje bizar is dat wel – alsof een moord nieuwswaardiger en urgenter is als de dader een moslim is, en het slachtoffer een blanke, en minder interessant als een moslim ritueel wordt afgeslacht door een witte man. Alsof de ene gekte minder schokkend is dan de ander. Alsof blank racisme per definitie een incident is, en moslimfundamentalisme per definitie een structureel probleem. Alsof de ene ranzige misdaad wel afstraalt op de hele etnische groep, en de andere niet. Over moslimfundamentalisme moeten we het, zo lees ik nu wederom overal, dringend eens hebben. Over blank, racistisch fundamentalisme hebben we het liever maar gewoon niet.
Extremisten eten van hetzelfde bord
Toch vraag je je stiekem af of de extremisten – aan beide zijden – niet veel méér met elkaar gemeen hebben dan we willen weten. In hoeverre wordt de haat en het fundamentalisme aan beide zijden niet versterkt door de wijze waarop we in het vrije westen het ‘debat’ over ‘de Islam’ voeren? Voeden we met dat voortdurende, simplistische gepolariseer niet de domme haat van eendimensionale mensen die niets beters kunnen met hun leven dan strijden tegen de andersdenkende? Eten de English Defense League en Sharia 4 Belgium niet deels van hetzelfde bord?
Het is zowat een taboe daarover te spreken – de dader is immers verantwoordelijk voor zijn wandaad, en niemand anders; de samenleving heeft geen enkele schuld aan de waanmoorden in Birmingham en Londen. Daarnaast: iedereen moet in vrijheid zijn mening kunnen verwoorden, en debatten – hoe ongepolijst ook – kunnen en mogen niet van hogerhand gefnuikt worden. Dat is allemaal waar, en erg belangrijk bovendien: die vrijheid is fundamenteel, en morele verantwoordelijkheid ligt bij degene die het kapmes hanteert.
Het neemt alleen niet weg dat er ook dan nog wel degelijk een oorzakelijk verband kan bestaan tussen de manier waarop je in de samenleving een debat voert, en de mate waarin dat leidt tot excessen van haat bij individuen die vinden dat ze de waarheid in pacht hebben – zoals er ook een relatie kan bestaan tussen drinkcultuur en dodelijke verkeersongevallen, zonder dat dat meteen de hele samenleving moreel verantwoordelijk maakt als er een idioot dronken uit de bocht vliegt en twee onschuldige kinderen doodrijdt.
Praten over causaliteit
De vraag is vooral of we het ons kunnen permitteren een dergelijk causaal verband uit te sluiten – mensen, ook misdadigers, leven niet in een vacuüm. Ze worden gevormd door wat ze (menen te) zien in de wereld om zich heen: de argumenten komen misschien uit een boekje, de onderliggende motivatie en ontevredenheid komt toch echt maar al te vaak uit de eigen perceptie van de wereld van nu – hoe verwrongen die perceptie soms ook is.
Natuurlijk, dat gaat verder dan alleen het ‘veilige’ maatschappelijke debat zoals dat plaatsvindt in Europa. Zeker als het gaat om moslimfundamentalisten zijn er ook de oorlogen die gevoerd worden, her en der, die die motivatie en ontevredenheid kunnen voeden – zie ook de woorden van de slachter van Woolwich, die verwees naar het optreden van Britse troepen in Afghanistan. Of dat terecht is of onterecht doet niet ter zake: blijkbaar heeft die situatie op sommigen dit effect.
Dat is, lijkt me, geen onbelangrijk gegeven, en het noopt tot nadenken: in hoeverre kweken wij zelf onze extremisten? Het antwoord op die vraag ken ik niet, maar het negeren of ontkennen ervan is loeigevaarlijk.
Miko Flohr, 15/09/2013