De dreumes is druk in de weer in het peuterbadje. Gietertjes, emmertjes, schepjes, en water dat zorgvuldig van het ene object naar het andere verplaatst wordt.
Of hij misschien van de grote glijbaan af wil, want dat was toch zo leuk?
‘Nee!’
Geen sprake van. Het idee alleen al! We proberen het nog een paar keer, zo om de paar minuten. Ik waag het zelfs om hem op een gegeven moment uit het water te plukken en een paar passen die kant uit te lopen. Driftig spartelend:
‘Nee! Af! Nee! Af!’
Met mama dan?
‘Nee! Peuterbadje!’
Een half uur later – we hebben het inmiddels allang opgegeven en laten de peuter lekker peuteren – stapt de dreumes opeens kordaat het peuterbadje uit en loopt linea recta naar de glijbaan. Ik ben er nog net op tijd bij. Daar gaan we.
‘Pjons! Hahahaha! Nog keertje! Nog keertje!’.
En zo geschiedde. Zesenveertig keer achter elkaar. Alles op z’n tijd, papa.
Miko Flohr, 19/08/2015