Rolo is dood…

… en al wel meer dan een maand… Natuurlijk zijn parkietjes heel klein, hebben ze hersentjes ter grootte van een klein uitgevallen druif en een geheugen van minder dan een dag – je wil niet weten hoe makkelijk het is om helemaal verknocht te raken aan zo’n beestje. Ze waren met z’n tweeën, Felix en Rolo, en nee, ze waren niet van mij (dan had ik deze log waarschijnlijk namelijk al anderhalf jaar geleden moeten schrijven, gezien mijn stipte aard), maar ik zag ze erg vaak en heb ze aldus goed leren kennen (zie ook deze log). Rolo was altijd diegene die het minste had met mensen(handen) – ik geloof dat ik ongeveer 1134 keer gepikt ben, waarvan minstens 126 keer behoorlijk hard ook – en was erg geïnteresseerd in knagen, knagen, knagen, knagen en Felix afsnauwen – het was een echt vrouwtje. De plastic klimop? Blaadje na blaadje werd vakkundig losgeknaagd. Een flinke plak sepia? Rolo had twee luttele dagen nodig. De kooi? Veel lak zit er niet meer op. Schuurpapier om de nagels kort te houden? Lekkerrrr!!! Felix? Opzouten, ik ben altijd eerst, dat weet je best (en daar droop Felix alweer af richting zijn stek – verzet was toch zinloos, dat had hij inmiddels wel begrepen). Een keer had ze hem flink beet, midden in de nacht, gewoon de snavel in de vleugelveer gezet, goed vastgebeten en dan heel hard trekken. Het gaf een gekrijs waar je wel wakker van moest worden – Felix stuiterde als een dolle door de kooi en heeft nog minstens twee dagen heel zielig gedaan.

Maar nu is ze dus dood. Plots, in één keer, al was ze wel heel mager volgens de dierenarts, maar in anderhalve dag was het gepiept (Zie hier). Heel sneu allemaal, niets aan te doen, maar ook erg kut dat dat soort dingen steeds gebeuren als ik ver weg zit (denk aan bufje)… En Felix? Felix is nu even vrij gezellig (alleen en hij schijnt veel geluid te maken), maar ik heb uit betrouwbare bron vernomen dat dat weleens van korte duur zou kunnen zijn. Maar Rolo is hij intussen allang weer vergeten, al wil ik daar nog niet helemaal aan.

Miko Flohr, 11/12/2005

So Nice, Chris…

In de Q van deze maand een interview met Chris Martin van Coldplay.

Who are your fans? CM: Ah, man, it’s tricky. I don’t think we’d be anywhere is Radiohead didn’t exist. I think we’re like why Diet Coke was big. Because some people couldn’t handle Coke. That’s how i see Coldplay

Goedkoop geslijm, slimme marketingtruc of toch stiekem gemeend?

Miko Flohr,

Ondankbare hond!

Zware uren voor de hondenbezitters. Onze eigenste Tsjobbe. Foei. Foei. Foei. Foei.

Afin en dan Tsjobbe. Hij is er weer. Gisterenmiddag in de gietende regen op wildjacht gegaan in het Vossenbosje, […] en niet – zoals anders – gewoon weer hijgend terug komen rennen na 10, 15, 20 minuten. Gewoon weg! En het duister kwam….. en het goot. Afin, Peter maar gebeld en die is ook gaan zoeken met de auto de wegen langs waar het bosje op uitkomt…. en ik… naar huis, kijken of ie daar inmiddels voor de deur lag te hijgen, maar nee! Droge kleren aan getrokken en maar weer, in het donker inmiddels, rondje gefietst… maar geen Tsjobbe. Dat voelt niet goed, kan ik je vertellen. Maar ja, rond 18.00 uur toch maar terug naar huis. Dierenambulance gebeld, Bink gebeld…. en mismoedig eten. Peter: “die zien we nooit meer terug”. Nou, dat gevoel had ik eigenlijk niet. En inderdaad: kwart over zeven ging de telefoon: Cafetaria Het Pleintje: of we onze hond kwijt waren, want die was daar aan komen lopen!!!! Nou ja!! Wij superblij natuurlijk, Tsjobbe superblij natuurlijk… maar ja, helaas kan ie ons niet vertellen waar ie was, wat ie deed en of het leuk was. Hij was alleen kletsnat en had berenhonger….

Ik zeg: zonder eten naar bed met die hufter…

Miko Flohr, 05/12/2005

Mijn grote vriend

Voor diegenen die onderhand zijn uitgekeken op de middelvinger, Ajax-fans die het nog steeds geen pingel vinden en andere belangstellenden even snel een plaatje. Met dank aan Werner.

Miko Flohr,

Blog niet dood

Er zijn van die fase’s in het leven van een weblog dat de regelmatige bezoeker wellicht denkt dat de blogger in kwestie er de brui aan gegeven heeft. Het zou welleens een gedachte kunnen zijn die de vaste klant van deze site de afgelopen dagen herhaaldelijk getroffen heeft. En weer kijken. En weer niks nieuws. Deed ie vroeger niet gewoon vijf posts per dag? Dat ie in November in de rimboe was waar het aantal vrouwen met baarden talrijker is dan het aantal internet aansluitingen kan zijn, maar in Rome… vorig jaar was dat toch ook geen punt?

Klopt. Als een bus. Mea culpa. Ik word er deze week aan herinnerd dat tien dagen Rome iets heel anders is dan een jaar. Volgens mijn pauzemaatjes heb ik uno schema multo stretto – een wat krap schema. Ook dat klopt. Ook dat als een bus. Ik zit hele dagen op het Duits Instituut als een waanzinnige systematisch de negentiendeeeuwse opgravingsverslagen van Pompeii te lezen. Punt is: ik ben met een artikel bezig over de contexten van werkplaatsen in Romeinse steden (in dit geval met name Pompeii) en voor ik wegging was ik juist tot de conclusie gekomen dat ik nog niet goed genoeg in het materiaal zat om het artikel te kunnen schrijven. Dat heb ik nu voor een flink deel opgelost. Vier dagen totaal in Pompeii geweest (eentje in oktober, twee vorige week en gisteren) en alle complexen gezien die ik nog niet gezien had – uiteraard niet zonder drie nieuwe werkplaatsen te ontdekken die direct aan het bestand konden worden toegevoegd. In de bibliotheek probeer ik nu van al die werkplaatsen te achterhalen wanneer ze zijn opgegraven en wat er aan voorwerpen is gevonden. Dat is interessant omdat bepaalde gebruiksvoorwerpen (kopjes, glaswerk, sieraden, beelden van marmer, terracotta of brons) aangeven dat een bepaald gebouw niet alleen een werkplaats was, maar daarnaast ook voor andere activiteiten werd gebruikt, bijvoorbeeld om in te wonen of, in het geval van bakkerijen, voor de consumptie van het produkt. Het probleem daarbij is dat de opgraving van Pompeii in de negentiende eeuw een voortdurend expiriment is in hoe je Pompeii op moet graven en hoe je je gegevens moet documenteren. Het is vaak sowieso al onduidelijk over welk gebouw het eigenlijk gaat, omdat er minstens drie manieren zijn om naar een gebouw te verwijzen. De opgravingsverslagen zijn een aaneenschakeling van inconsequenties, onduidelijkheden en – vooral – fouten. Zo wordt huis V 1, 15 opeens V 1, 18 en omgekeerd (per ongeluk aan de verkeerde kant begonnen met tellen), heeft men het over dat huis aan de Via Stabiana nr. 72 (een nummering die nergens gedefinieerd en dus moeilijk te reconstrueren is). Het ergste zijn niet ongebruikelijke formuleringen als “ergens in een van de winkels ongeveer tegenover het Theater”. Toch bevatten de rapporten een hoop zinnige informatie, maar daarvoor moet je ze dus systematisch lezen en dat ben ik nu aan het doen. Tien dagen is daarvoor royaal te weinig. Ik heb me er al mee verzoend dat ik het lang niet af ga krijgen, maar het belangrijkste (die van voor april 1876, die nergens in Nederland te vinden zijn) hoop ik toch voor een groot deel te kunnen doen.

Vandaar dus weinig tijd voor interessante updates. En ik heb nog wel zoveel foto’s uit de molise, een hele lieve parkiet waarom ik moet rouwen, verhalen over en foto’s van torrential rains in Pompei en Maradona in Napoli, een wat liederlijke avond uit in Rome… Dat alles zit dus in het vat, keurig onder de stop, verzuren zal het niet. Tot later, trouwe lezers, tot later…

Miko Flohr,

Weer online

Naar vier weken in de barbaarse internetloze woestenij van de Molise schuif ik weer aan in de virtuele wereld. Het is een geweldige campagne geweest met veel gezelligheid (en, inderdaad, Marieke, een keer een beetje te gezellig) maar ook hard aanpoten. Elke ochtend om zes uur op, om zeven uur het veld in om scherven te rapen (nou ja, scherven, vaak vind je niet veel meer dan brokken half vermalen baksteen), doorlopen tot twaalf dertig, lunchen, een uurtje plat en dan de hele middag scherven wassen en, later, tekenen. Je gelooft het of niet, maar zelfs voor een relatieve leek worden al snel allerlei patronen zichtbaar, krijgen tijdperken een gezicht en blijkt het reconstrueren van complete kommen, schalen en borden veel minder speculatief dan gedacht.

Het landschap was niet alleen zeer goed te verteren (zie mijn vorige log hier) maar bovendien ook nog eens waanzinnig mooi – en verschrikkelijk leeg. Het is, en dat is juist niet negatief bedoeld, een streek die je met recht achterlijk kan noemen. In San Giovanni in Galdo, waar we zaten, ligt de gemiddelde leeftijd aan het uiterlijk van de autochtone bevolking te zien rond de vijfenzeventig. Het plaatselijke commerciële gebeuren bestaat uit een kruidenier (de ‘Bottega del Borgo’), een tabakswinkel, een postkantoortje (dat dan weer wel, eat your heart out Loon op Zand), een bar en het vooral door de plaatselijke alcoholisten bezochte restaurant (annex bar) Re Artu, waar je ook terecht kan voor een beperkt assortiment (lees: vier) kranten, tenzij het gesneeuwd heeft. Twee keer per dag arriveert een lege bus uit Campobasso. Een kwartiertje later – je moet als busmaatschappij de chauffeurs immers wel een herstelmoment geven voor twee caffè en drie sigaretten (Campobasso is toch al gauw vijftien kilometer weg) – vertrekt de bus dan weer even leeg als hij is gekomen.

In deze tijd van het jaar is de centrale plaats in het dorp de olijfperserij. Toen we kwamen begon juist de oogst – dat betekent allerlei bejaarden die je vanuit de meest onmogelijke posities in de meest onooglijke bomen toeroepen dat je niks zal vinden hier omdat het niks is en nooit wat is geweest – vaak terwijl je zelf met je voeten bovenop de romeinse dakpannen staat en je handen moeten kiezen uit twee scherven black gloss of een halve kom terra sigillata. De laatste week draaide de perserij op volle toeren. Het is voor sommige boeren het enige moment in het jaar waarop ze in het dorp komen: voor de rest zijn ze voortdurend op hun boerderij, vaak niet voorzien van stroom of stromend water.

In Cupa, 15 km verderop, overkwam het me dat ik aangesnauwd werd (Molisiaans klinkt heel snauwerig, maar de mensen zijn uiteindelijk heel vriendelijk) in een totaal onverstaanbaar dialect. Waarschijnlijk was het iets als “kessjuksjed” – che succede? (wat gebeurt daar). Toen ik in het Italiaans probeerde te antwoorden bromde de vrouw (de boerderij werd bewoond door twee zussen, beiden met een volle baard, en een dochter van onduidelijke herkomst – de drie heksen uit Shakespears MacBeth) dat ze me niet verstond en werd de dochter erbij gehaald. Die bleek wonderwel vloeiend italiaans te spreken en het was allemaal in een vloek en een zucht uitgelegd. Apulië, ligt dat ook in Italië? Nee, u komt niet uit Nederland, dat kan niet, u spreekt Italiaans. Nederland, is dat Europa? Als het even kan, volgend jaar weer…

Miko Flohr, 29/11/2005

Molise

Het is hier geweldig, nauwelijks internettijd en dus geen updates en nu ook maar even kort. We lopen de hele dag over de velden te surveyen en het is gewoon zonnig, lekker warm. Het heeft pas gisteren voor het eerst echt geregend – hetgeen we vandaag meteen merkten aan de enorme hompen klei die aan onze voeten bleven hangen – enigszins irritant na een wat inspannend weekend. Molise is inderdaad het ultieme niets, maar dat heeft z’n bizarre voordelen: er staan overal wilde vruchtenbomen met lekkere rijpe appels peren vijgen en zelfs amandelen (beter dan die je in nederland ooit hebt gegeten). Ik leer en passant een hele hoop, zoals van een halve scherf een heel potje reconstrueren, of een bord, en zelfs tekenen. Er zijn een hele hoop foto’s maar die komen later, ik heb er domweg nu geen tijd voor. Wellicht volgende week weer een update. De Groeten.

Miko Flohr, 07/11/2005

Reacties

Allemaal leuk en aardig, die reacties en die discussie als ik er niet ben, maar laten we als regel stellen dat je ofwel je eigen naam gebruikt ofwel, bij verregaande verlegen- danwel schaamteloosheid een pseudoniem, maar NIET de naam van iemand anders – erg irritant om onder je eigen naam dingen te lezen die je niet zelf geschreven hebt ook al gaat het verder nergens over. Dus lolbroeken, wees creatiever dan dat…

Miko Flohr,

Ik jullie ook

Daniela Santanché, gedeputeerde namens de Alleanza Nazionale (iets tussen LPF en VVD) begroet op hartelijke wijze de massa protesterende studenten op Piazza Campidoglio in Rome. (Overbodige achtergrondinformatie: vandaag heeft het Italiaanse parlement een wet aangenomen die vrij grote hervormingen in het hoger onderwijs met zich meebrengt. Er werd in vrijwel alle steden in Italië, maar vooral in Rome, op grote schaal gestaakt en geprotesteerd.)

Miko Flohr, 25/10/2005

Terecht.

Duidelijk een strafschop. Geen twijfel mogelijk. Zie verder www.psv.nl. Let vooral op het plaatje vóór het plaatje waar een cirkel staat om de hand van Emmanuelson. Nog een dappere Ajacied die een poging wil wagen wat recht is krom te praten?

Miko Flohr,