Campobasso

Over twee dagen vertrek ik weer. Voor de verandering ga ik eens naar Italië. Eerst bij een vriendin langs in Mannheim, dan vers uit de nachttrein een dag werken op het DAI in Rome, vervolgens een dag door Pompeii rausen om te eindigen in Campobasso. Dat klinkt als en is zo ongeveer de laatste buitenpost van de beschaafde wereld. Ik ga er liefst vier weken vertoeven, vermoedelijk verstoken van warmte, wasmachine en internet. Of mijn telefoon bereik heeft moeten we ook maar afwachten. Doel van dit alles is niet een of andere spirituele mediteersessie op de hei (hadden ze er maar hei) maar een heuse veldwerkcampagne. Het weer in Campobasso zal naar verwachting afwisselend grijs, nat en koud zijn (vorig jaar hebben ze sneeuw gehad). Waren archeologen niet die zonminnende types die ieder jaar zo half augustus gebronsd terugkomen uit het mediterrane gebied en vervolgens thuis overwinterden om er in de loop van de lente weer tussenuit te knijpen? Ja, dat klopt. Zo waren archeologen. En zo ben ik eigenlijk nog steeds. Maar sinds een paar decennia zijn archeologen tot het inzicht gekomen dat er ook interessante conclusies getrokken kunnen worden op basis van de verspreiding van aardewerkfragmenten in de bovenste laag van de grond. Dat betekent: gestructureerd scherven rapen, alles in een database knallen en hop, een verspreidingsanalyse maken. En waar raap je dan stenen? Op akkers. En wanneer kun je dat het beste doen? Als ze net geploegd zijn. En wanneer is dat? Dat is in de herfst of het voorjaar. En hoe is het weer dan? Matig tot bar en boos. En wat doen we daar aan? Niets. Gewoon doorgaan en denken aan volgend jaar zomer. Het heet survey en ik ga er kennis mee maken omdat ik er eigenlijk niets van weet en omdat ik denk dat het een belangrijke manier is om inzicht te krijgen in bijvoorbeeld het antieke platteland. Het is dus onderdeel van mijn opleiding en niet zozeer van mijn onderzoek.

Toch zit ik nu met mijn neus in de kopieën: ik grijp de gelegenheid aan om één dag in Pompeii veel te veel te willen gaan doen. Dat moet goed voorbereid worden. Daarom ben ik al de hele dag bezig met formulieren maken, kopiëren, in mapjes stoppen met bepaalde andere kopiën en hopen dat het allemaal gaat lukken zaterdag. Ik ga daar nu nog maar even mee door, anders krijg ik het nog niet eens af ook…

Miko Flohr, 24/10/2005

Foei

We vroegen ons in de woonkamer al af waar het beest toch was… Onze vorige hond had tenminste nog berouw als hij zoiets flikte, dat zit er bij de jeugd van tegenwoordig niet meer in. Foei.

Miko Flohr,

(ge)baren

Vanavond was het weer zover. De derby ofwel Rood-Geel tegen Wit-Hemelsblauw. Na het debâcle van afgelopen mei (zie hier) en de stroeve competitiestart van met name de Rood-Gelen dreigde ik mijn interesse voor het Romeinse voetbal toch een beetje te verliezen, maar vanavond, ik was toch online, heb ik de wedstrijd via de site van la Gazzetta dello Sport (hier) gevolgd en daarna bij Studio Sport even de doelpunten gezien. Het was een ouderwets avondje waanzin, ik was er graag bij geweest. De Lazialen curva nord zong dat de Wolven in de curva sud stukken stront waren. De geelroden antwoordden de witblauwen met een fluitconcert dat duidelijk maakt waarom men verder geen pogingen heeft gedaan het stadion op te sieren met grote glasplaten. De wedstrijd is hard. Spijkerhard. Lompe overtredingen. Een muntje gegooid dat de scheidsrechter op zijn jukbeen raakt. Het hoort erbij – er is weinig aan te doen. Er wordt twee keer gescoord. De roodgelen komen kort voor rust op 1-0 via het tweede doelpunt van De Kapitein (waarvan er maar één is). De Kapitein is een familieman in spe. Bijna dertig, pas getrouwd met een fotomodel en binnen afzienbare tijd vader van zijn eerste kind. Als je dan ook nog scoort tegen de club die een zeer speciale plaats in je hart heeft (hij sterft liever dan ooit één wedstrijd in een lichtblauw tenue te spelen) kan het voorkomen dat het je allemaal wat teveel wordt en dat je wat dingen door de war gaat halen. Blijkbaar hebben ze al flink geoefend voor de naderende bevalling van de kleine Totti, want papa Francesco weet al helemaal hoe het werkt. Zie hier hoe Il Capitano geholpen door enige ploegmaten zijn tweede kindje van dit nog prille seizoen ter wereld brengt. De biancocelesti weten overigens de schade snel te repareren – de wedstrijd eindigt in 1-1.

Miko Flohr,

Regenbuitjes

Naar het schijnt is ook in Italië de herfst nu echt ingevallen. Het vliegveld van Ancona is vandaag niet opengegaan omdat door mist het zicht afgenomen was tot nul (!) meter. In Apulië spoelde het water een complete familie weg (Vader, zoon en dochter levenloos teruggevonden, moeder en andere zoon spoorloos, twee anderen ontsnapt): een droogstaand dal was van de ene op de andere dag veranderd in een kolkende rivier en had de brug van de weg waarop de Opel Zafira reed ongemerkt een stuk zeewaarts opgeschoven, waarop de familie Lofebaro nietsvermoedend het kolkende niets in reed.

Even verderop strandde in alle vroegte een Eurostar op weg van Taranto naar Milaan bij het plaatsje Sannicandro bij Bari nadat een andere plots ontstane watermassa de vrijheid had genomen de wat krappe doorgang in de spoordijk ietwat te verruimen. Op de foto de achterste wagon van de trein: door de hoge snelheid van de Eurostar schoot de trein door over de verdwenen brug. Uiteraard ontspoorde de trein, maar als door een wonder is geen van de wagons omgekieperd. Daardoor hoefde ‘slechts’ een tweetal zwaargewonden afgevoerd te worden – er zaten ook maar zestig mensen in de trein. Volgens de prognoses van Trenitalia zal het herstel van de spoorlijn niet langer duren dan ‘qualche giorno’ (‘een paar dagen’, uit ervaring weet ik dat dat Italiaans is voor ‘minstens een week’). Frappant: het boemeltje Taranto – Bari was luttele minuten eerder fluitend de lokatie gepasseerd over een zeer stabiele spoordijk. Het kan verkeren.

Miko Flohr, 23/10/2005

NS 2: het kaartje

Nee, dit gaat niet over het vergeten te kopen van een kaartje waardoor ik op de bon geslingerd zou zijn. Ook niet over al die irritante omroepberichten waar je mee doodgegooid wordt dat je vooral voor instappen een kaartje moet kopen omdat je anders zwaar de sjaak bent. Ook niet over de opeens enorm opgevoerde controles in de trein waardoor je continu het gevoel krijgt dat je je moet verantwoorden. Dat zijn allemaal zeer storende zaken die bijzonder goed zouden kunnen dienen om de negatieve en wantrouwende houding te illustreren die NS jegens haar klanten lijkt te hebben. Maar daar kan ik mee leven, want in principe laat het me vrij om te doen en te laten wat ik wil.

Het gaat om mijn treinkaartje, dat ik gisteren wilde gaan kopen in Arnhem. Net terug van Delos vertrek ik a.s. woensdag weer voor een maand naar Italië en omdat ik vond dat ik wel weer voldoende in het vliegtuig had gezeten wilde ik, zoals altijd, met de trein. Dat is gedeeltelijk omdat ik reizen per trein wel zo fijn vind, maar ook omdat vliegtuigen zulke hoeveelheden smerige troep uitspuwen dat ik uit milieutechnische overwegingen eigenlijk ook vind dat je – wanneer het enigszins mogelijk is – reizen met een vliegtuig zoveel mogelijk moet vermijden. Naar Rome is het heel goed mogelijk per trein te reizen, dus tot nog toe ben ik feitelijk altijd per trein gegaan, ook als ik maar voor een weekje ging, zoals in de herfstvakantie van 2003. Dat ging altijd prima. Ik zocht mijn reisschema uit op de site van de Deutsche Bahn en kocht dan gewoon in Nijmegen op het station een kaartje. De balie internationaal is in Nijmegen echter alweer bijna drie jaar gesloten, dus de laatste keren moest ik er al voor naar Arnhem en op een gegeven moment ging men ook boekingskosten in rekening brengen (alsof de trein niet sowieso al tien keer zo duur is als het vliegtuig): eerst standaard 3,50, later een percentage van de reissom met een minimum van 3,50. Zonder verdere kosten kopen ging alleen nog via internet, maar daar hield de wereld bij Basel op, dus de transalpine reiziger was sowieso gedwongen naar de dichtstbijzijnde balie te gaan of zich te laten terugbellen a raison van Heel Veel Geld. Het was duidelijk: NS wil je prima helpen tot een kilometer of 800, maar daarna wilde men eigenlijk dat je het vliegtuig nam.

Gisteren kwam ik dus met mijn outprints van de site van de DB in Arnhem. Ik had alles geregeld: woensdagochtend de trein naar Mannheim, donderdagochtend naar München en dan ‘s avonds de nachttrein van München naar Rome. Het ging voorspoedig tot München: de nachttrein bleek vol. Geen punt, dan via Basel. Dan kon je zelfs in een keer doorreizen zonder nachttrein direct naar Rome (aankomst: 22:30). Maar wat de arme man ook probeerde, een treinkaartje naar Rome wilde het programma niet voor hem maken. Milaan dan, dat ik zelf snel een kaartje zou gaan halen daar op het station? Ook dat niet. Een kaartje tot Chiasso (grens Italië-Zwitserland) kon ik krijgen, meer niet. Dus ik vroeg: “maar hoe kan dat dan? Dat kon toch altijd zonder problemen?” “Ze hebben Italië eruitgegooid.” “?!?!?” “Ja, ze willen zich richten op de middellange afstand.” “Maar ik heb laatst nog een kaartje gekocht” “Het is sinds een half jaar, we hebben een nieuw systeem”. Het slaat compleet nergens op. Een kwestie van programmeren: het kost NIETS extra’s om de mogelijkheid te bieden een kaartje te kopen naar Italië. Ik snap er werkelijk niets van – het is zo ontzettend klantonvriendelijk. Nu kan ik Woensdag in Mannheim een kaartje gaan kopen voor de rest van de reis. Mijn dank is groot.

Miko Flohr,

NS 1: de kluisjes

Bandeloos kankeren op grote dysfunctionele organisaties is even makkelijk als fortuynistisch en ik heb er eigenlijk een beetje een hekel aan, zeker om dat op mijn website en plein public te doen, maar soms moet je gewoon even. De minder alerte lezer zij gewaarschuwd: onderstaande is niet voor gevoelige zieltjes, gaat niet gebukt onder rationele argumentatie en is ongetwijfeld kort door de bocht, overdreven en minder subtiel. Maar het moet gezegd: ik en de NS hebben niet zo’n lekkere week samen. De NS merkt dat zelf niet zo, maar ik wel. En ik heb er last van. En ik moet het kwijt.

Het goede nieuws is: het heeft niets te maken met vertragingen of andere zaken die onverhoopt mislopen. Het slechte nieuws is: het heeft te maken met bewust gekozen beleid. Mijn eerste aanvaring kwam zondag. Ik kwam juist terug van Schiphol en moest mijn baggage kwijt op Amsterdam Centraal, dus meteen naar het halletje met de kluisjes. Daar aangekomen bleek er een flinke rij te staan en omdat ik dorst had besloot ik eerst maar wat te gaan drinken. Toen ik daar mee klaar was bleek het depot vol. Er werd omgeroepen dat ze “helaas” geen baggage meer konden accepteren en men excuseerde zich voor het “eventuele” ongemak. Het bericht werd gevolgd door de voortdurend herhaalde klassieker “laat uw baggage niet onbewaakt achter, ook niet in een voor vertrek gereedstaande trein”. Alsof ik dat juist niet zelf bedacht had en alsof het niet NS was die mij daarin dwarsboomde… Maar goed, mijn “eventuele” ongemak bestond uit een koffer, een loodzware rugtas en een laptop en de opdracht om af te reizen naar de Bankrashal en de wens om voor die tijd nog een rondje te lopen door de stad. Ik had nog tweeeneenhalf uur over en om die tijd hangend op een bankje door te brengen leek me ook zo saai. Dus maar een internetcafee opgezocht en even mail gecheckt, site geupdate, voetbaluitslagen gekeken etc etc. En toen maar weer terug naar het station. Inmiddels was de rij verdwenen, maar alle kluisjes waren nog steeds vol. Toch maar gaan staan, in de hoop dat er iemand zou komen om z’n spullen te halen – hetgeen na een minuut of twintig dan ook gebeurde. Tas, koffer en laptop moesten door de röntgenmachine, want er zou nog eens wat in kunnen zitten, en vervolgens werd ik door een van de beveiligingsmedewerkers naar het vrijgekomen kluisje begeleid. Ik vroeg of dit normaal was of extra druk vanwege de marathon. Het was normaal. “Dus jullie hebben ondercapaciteit?” “Nee,” word ik gecorrigeerd, “NS heeft ondercapaciteit, wij zijn alleen ingehuurd voor de beveiliging. We zijn zelf maar begonnen met de instroom te reguleren omdat het anders niet werkt.” “Hoe kan dat?” “Ik weet het ook niet, ze hebben gewoon veel te weinig kluisjes.” (Als ervaren treinreiziger kan ik melden dat het Nederlandse kluisjessysteem werkelijk uniek is: overal ter wereld hebben ze op grote stations gewoon een depot waar dan twee mannetjes de zaak draaiende houden, waar geen rij staat, en waar je altijd terecht kan omdat het nooit vol is. In Amsterdam daarentegen staat vijf man beveiliging bij een zo goed als lege, vrij brede hal waar langs de wanden wat kluisjes zijn geplaatst. Ik denk: dat kan goedkoper, efficiënter en klantvriendelijker. Maak van die hal een depot en iedereen is blij. Het enige voordeel van kluisjes is dat je er in principe dag en nacht bij zou moeten kunnen zonder dat er een mannetje bij hoeft te staan, maar dat is hier ook niet: tussen elf (vroeg!) en zes zijn ze helemaal gesloten.). Van mijn bagage verlost ging ik vervolgens de stad in en naar Amstelveen. Toen ik ‘s avonds terugkwam om het e.e.a. weer op te halen bedacht ik me net op tijd dat het natuurlijk veel makkelijker was om éérst even naar de supermarkt op het station te lopen om wat ontbijtspullen te halen in plaats van later met al mijn bagage. Zo gezegd zo gedaan. Ik kom daar, met mijn plastic tasje boodschappen om mijn spullen op te halen en ik loop vrolijk fluitend de kluisjeshal in als ik wordt teruggeroepen. De beveiligingsmeneer spreekt me in gebrekkig Engels toe en ik maak eruit op dat ik niet zomaar met dat tasje boodschappen naar binnen mag, maar dat ook mijn pak melk, mijn brood en mijn kaas eerst door de röntgenscanner moeten – je weet het immers maar nooit met die terroristen van tegenwoordig. Dus ik antwoord in vloeiend Nederlands (ik spreek nogal goed Nederlands, al zeg ik het zelf) dat ik eraan kom en mompel iets over dat het natuurlijk ook voor mijn eigen veiligheid is. Na een wat misprijzende blik word ik doorgelaten, haal mijn baggage op, mis mijn trein en arriveer om half een ‘s nachts thuis in Nijmegen.

Miko Flohr,

De eerste foto’s

Zojuist de zeventiende en laatste foto van de eerste fotoserie over mijn verblijf op Delos toegevoegd. Hij gaat over mijn eigen veldwerk. Klik hier voor meer…

Miko Flohr, 18/10/2005

Delirisch

Vanuit een amsterdams internetcafe zij u allen gegroet – ik ben weer veilig geland in Nederland. Delos was onvergetelijk – een totaal verlaten eiland met alleen een stel Fransen en drie Nederlanders. ‘s Nachts bij maanlicht struinen over de opgraving. ‘s ochtends vroeg en na drie het rijk alleen omdat de eerste boot pas om half tien arriveert en de laatste al om drie uur weer vertrekt. Geen strand, juist erg hard gewerkt. Ik had een beetje de ervaring die ik in Pompeii had toen ik daar in 1998 voor het eerst was. Dat je ‘s nachts wakker ligt omdat je totaal flabbergasted bent over wat je allemaal ziet. We hadden het alledrie. Delos is zo ontzettend de ‘missing link’ tussen Hellas en Rome, meer nog dan je al op voorhand zou kunnen denken en op allerlei onverwachte manieren en terreinen. Ook voor mijn eigen onderzoek was het een doorslaggevende week. Ik kom met veel meer materiaal en ideeen terug dan ik ging. Foto’s volgen snel. Ik heb een DVD met 2 gigabyte bij me.

Vanuit het rustige Griekenland belandde ik juist pardoes in een overvol Amsterdam alwaar vandaag de jaarlijkse Marathon gelopen word. Na aankomst gelijk naar het bagagedepot gelopen om te constateren dat er een rij van een half uur stond, dus eerst maar even wat gaan drinken. Toen ik opstond om mijn spullen alsnog weg te brengen werd omgeroepen dat het depot vol was. Dat betekent: de hele middag sjouwen met mijn baggage, want ik ben hier ook nog met een reden. Een paar maanden geleden heeft een vriend zijn onderbeen verloren door in Kroatie op een landmijn te gaan staan en om die reden word een benefiet georganiseerd in de Pankrashallen hier in A’dam. Het is een kickboksgala. Geen flauw idee wat me te wachten staat, maar het is voor een goed doel. Zie o.a. Landmine.de en verminking.nl en dit logje. Later meer.

Miko Flohr, 16/10/2005

O Jee…

Fear stalks the land. Code Red voor de New York City Metro. Raar om dat te lezen nadat je er vorige week uitgebreid in hebt gezeten. Het is inderdaad allemaal hardstikke druk en hardstikke onoverzichtelijk. Veiligheidsmaatregelen zijn er niet, behalve het routineus herhaalde cassettebandje waarop je gemaand wordt de tassen en andere persoonlijke bezittingen niet uit het oog te verliezen en een ander cassettebandje waarin men de toehoorder wil bewegen verdachte zaken te melden onder het motto ‘If you SEE something, SAY something’. Vooral die grote overstapstations als Times Square zijn natuurlijk een dankbaar doelwit. Een chemische aanval merk je niet op in verband met de toch al overal aanwezige stank en het hemeltergende gebrek aan zuurstof. Zeker de gedachte aan een zus daar maakt me enigszins nou ja, laat ik zeggen, bedachtzaam. Je moet er niet aan denken.

Miko Flohr, 07/10/2005