Toen we om één uur bij het stadion aankwamen zaten er al een kleine tweeduizend mensen voor ons in de rij. De deuren zouden om vier uur open gaan. De zon scheen op ons bolletje – een liter water en een liter bier de man waren in een raptempo genuttigd en verdampt. Om kwart over drie begon de massahysterie: ineens stond iedereen op en rende naar voren – de rij dikte in één keer met ongeveer 75% in. Gelukkig stonden we even in de schaduw. Om kwart over vier waren we binnen in de Arena en renden we om nog terecht te kunnen in het voorste vak – i.e. dichtbij het podium. Daar sleepte het wachten zich voort. Ik weet niet of het voorschriften waren of dat het gewoon een buitengewoon slecht idee was, maar men had besloten het dak van de Arena dicht te laten. Je kan je voorstellen wat voor broeikaseffect dat geeft – het is immers geheel van glas. De algehele organisatie was op zich goed maar liet rare steken vallen. Zo was er één standje waar je eten kon halen (voor 10.000 mensen) waar ook nog eens een stel uitzendkrachten met te weinig faciliteiten te langzaam werkte. Dat betekent een uur dringen en wurmen en dan vervolgens vier taaie broodjes met kroketten of hotdog meekrijgen à drie euro per stuk. Ronduit schandalig onder deze omstandigheden was de prijs van het water: per bakje van 0,25 liter betaalde je E 2,10 (ook leuk: je moest betalen met een soort chipkaart en die kon je natuurlijk alleen van 10 of 20 kopen dus helaas, nét geen vijf bakjes water voor 10 euro.). Ze hadden het verdomme gratis moeten uitdelen!
Na eindelijk eten te hebben gescoord bleek het eerste voorprogramma al bezig – de Kaiser Chiefs, op zich wel leuk, maar een beetje van die attitude-mannetjes. Het tweede, The Killers, was wat saaier – dat wil zeggen: ik ben het nu alweer vergeten
Het Hoofdgerecht werd tegen negenen opgediend. De eerste nummers waren niet om door te komen vanwege het geluid, maar daarna werd het snel beter. Het scheelde ook dat het geleidelijk donker werd. Als erkend niet-fan was het allemaal best vermakelijk, zeker omdat we dicht bij de catwalk stonden en dus goed zicht hadden op de poses en grimassen van De Zanger Op Drift. Ik kende denk ik stiekem toch 80% van de nummers die ze speelden (dat ik dan nu toch maar de laatste CD had gekocht kan wellicht hebben geholpen) en wat ze speelden speelden ze goed, al was het soms moeilijk te horen of het Bono was die zong of mijn buren – er werd verschrikkelijk veel meegezongen – en stond er een idioot van 2,10m voor mij te springen en te zwabberen met ledematen zodat je het soms net wel, maar vaak net niet kon zien. Ik heb dat altijd – hij was niet gevaarlijk maar wel zo dichtbij dat je er toch op blijft letten dat je niet opeens een haal krijgt.
En er was natuurlijk, je weet dat vantevoren bij deze band, De Boodschap. In onze drang om het monster te verslaan moeten we niet zelf in een monster veranderen. En SMS nu africa en je voor en achternaam naar nummer 3555 en Gij zult voor eeuwig gedankt worden (inderdaad verscheen tussen de set en de toegift een deel van de namen van mensen die gesmst hadden op het grote scherm achter het podium). En, vrij naar wijlen Hussein, koning van Jordanië, we zijn allen zonen van Abraham – Joden, Christenen en Moslims. We moeten het samen doen. En toen verscheen Het Logo op het grote scherm. Erg indrukwekkend opgebouwd. We aten met z’n zestigduizenden uit de hand van één en we wilden dat het nog heel lang zou duren. De grootsheid zat hem overigens ook in de overgang: precies voordat het vervelend gezemel begon te worden begon opeens With or Without You. Zeer geroutineerd allemaal.
Miko Flohr,