Regen

Het is echt heel druilerig vandaag in Florence. Ik ben net naar het Archeologisch museum geweest. Was een beetje beperkt en ouderwets, grote vitrines met teveel oninteressante dingen zodat je niet meer weet wat je eigenlijk ziet. En de catalogus die ik zocht hadden ze er niet. Jammer, want het is de enige publicatie van de opgraving waarvoor ik hier ben en ik had ‘m graag gewoon zelf gehad, mits niet te duur. Wellicht in het Museo Civico als dat er is. Ik ben nog steeds niet heel enthousiast trouwens hoor, over Florence, al heb ik inmiddels ook schoenen voor 60 euro gezien en is het wel degelijk een heel italiaanse stad, maar op een of andere manier vind ik het nog steeds te zoetsappig allemaal. Ciao a tutti.

Miko Flohr, 04/12/2004

No Surprises…

Dit citaat vond ik zojuist. Het zijn van die momenten waarvan je dan plaatsvervangend kippevel krijgt. Michael Stipe (zanger van REM) praat over een optreden van Radiohead waar hij in het publiek stond. Het optreden was in New York, ik meen een jaar of wat geleden, en is toen uitgezonden op TV. Ik weet niet zo goed in welke categorie dit hoort, muziek of wereldvrede. Wie het weet mag het zeggen. Je moet er even bij weten dat het nummer waarom het gaat in de maanden na 911 voor het eerst sinds jaren gespeeld werd en in die periode herhaaldelijk is opgedragen aan Donald Rumsfeld of Tony Blair of Bush zelve.

Michael: …at a Radiohead show in New York at the Beacon Theatre. It was a televised thing, and they had sold tickets for $2. The entire place was filled with fanatic Radiohead fans. Typically at a Radiohead show, everyone sings along to every song; they know every lyric. Sometimes you can’t even hear Thom Yorke’s voice over the din of the audience. But this night, when they walked onstage and started playing the first song, the audience was quiet, reverential. No one was singing along to any of the songs. It wasn’t until they played the song “No Surprises” that says “the government, they don’t speak for us.” And on that line, every single person in that room shouted out “the government, they don’t speak for us!” and on the next line of the lyric, they were dead quiet again. I was there with a group of people, including Q-Tip, and I looked over and Tip, and his mouth was hanging open. And I was like, “Did that just happen?” and he just nodded his head yes. Afterwards, we were sitting around at the bar with Thom and the band, and Tip and I said, “Do you realize what happened tonight?” and Thom said, “I almost fell over. I almost couldn’t sing the next line of the song.”

van ateaseweb.com.

Miko Flohr,

Firenze

Vanmorgen toch nog te laat vertrokken om rustig naar Termini te kunnen gaan. Verder goede reis gehad, weliswaar met wat vertraging. Florence, het is maar een eerste indruk, maar toch, komt vergeleken met Rome erg Europees over. Het lijkt eigenlijk meer op Londen dan op de Eeuwige stad. De straten in het centrum zijn schoon. De etalages zijn sfeervol aangelicht. Een groot deel van het centrum is vrijwel autovrij. ‘Gezellige’ kerstverlichting overspant de weg. Er wordt veel meer Amerikaans gesproken. Er zijn vooral veel heel dure winkeltjes. Goedkoopste schoenen 80 Euro. De Facades zijn niet van vervaald stuc maar veelmeer met beige natuursteen. Er stond een ouwerwets gezellige draaimolen op de Piazza della Republica (de straatnamen zijn wel uit het in Italie bekende rijtje geplukt). De Dom is van buiten eigenlijk veel te mooiig. Het meest teleurstellend vond ik de Ponte Vecchio waar onder het mom van middeleeuwse sferen een soort voortdurende kerstmarkt is waar Amerikaanse Toeristen juwelen en sieraden voor elkaar kopen. Het is een beetje een nepstad voor mijn gevoel: het is allemaal te mooi, te gaaf, te zuiver, te net. Waar rollen al die mensen dan ‘s avonds dronken over straat? Waar zijn die claxons dan? Nou ja, het is maar een eerste indruk. Ik schrijf het maar scherp op, maar wie weet denk ik er morgen heel anders over…

Miko Flohr, 03/12/2004

SOMA Chieti

24 tot 26 februari 2005 doe ik mee aan het Symposion On Mediterranean Archaeology dat dit jaar wordt gehouden in Chieti, aan de Adriatische kust.

Miko Flohr,

Naar Nederland

Ergens in de week van 20 december kom ik naar Nederland. Ik blijf dan (bij mijn ouders in Loon op Zand) tot 9 of 10 januari in den lande.

Miko Flohr,

Verhuisd!

Het is allemaal erg vlot gelopen vandaag, ik ben vrijwel geheel over en nu al weer terug op het NIR. Jeremia (een van de bursalen) heeft me met zijn autootje gebracht, ik had al om 10 uur met de huisbaas afgesproken en alles was eigenlijk in een half uurtje geregeld. Flinke bom duiten uitgegeven want ik moest een maand huur en een flinke borg betalen en straks ook nog hier op het NIR afrekenen. Ik was al een beetje bang dat ik maar 250 euro per dag zou kunnen pinnen, maar dat is gelukkig niet meer zo, anders had ik echt een probleem gehad. Mijn digicam is nog hier, dus ik heb nog geen foto’s gemaakt, maar die volgen zeker de komende dagen.

Fan- en hatemail kan gericht worden aan mij op:

Viale Arturo Graf 9
I 00137 Roma.

Het vaste telefoonnummer weet ik nog niet, vergeten te vragen, maar volgt z.s.m.

Miko Flohr,

Oxford!

Heugelijk nieuws: ik kan een lezing gaan geven aan Oxford university!!! Moet nog even overleggen over de datum (waarschijnlijk 16 februari), maar ik heb carte blanche om een verhaal te houden zoals ik dat wil! Een mooie gelegenheid natuurlijk om kennis te maken met dat gedeelte van het vakgebied, ik ga het natuurlijk zeker doen, vooral omdat het me erg leuk lijkt…

Miko Flohr,

Das war einmal

Met het opblazen van de kerk is gisteren een eind gekomen aan het Duitse plaatsje Horno; opgeofferd aan de dagbouw van bruinkool. Communisme of kapitalisme maakt dan blijkbaar weinig verschil…

Nein, sagt der müde Mann am Telefon. Nein, er wolle nicht mehr reden. Das reiße nur alles wieder auf. Ja, er entsinne sich unseres Gesprächs. Ist das wirklich schon sechs Jahre her?

Die Kriegs- und Fluchtgeschichten. Und das Foto bei der Scheune. Herr Noack, Sie wirkten so kämpferisch mit der gereckten Axt.

Da sei ja inzwischen manches passiert, sagt Günter Noack. Er wünsche das Kapitel Horno nur noch abzuschließen.

Das möchte ich auch. Das Ende erzählen.

Es ist vorbei, sagt Günter Noack. Verstehen Sie mich bitte. Danke schön.

Wieder Horno, wohl zum letzten Mal. Erstmals kamen wir vor zehn Jahren (ZEIT Nr. 16/93 und Nr. 9/97). David kämpfte gegen Goliath, das sorbische 380-Seelen-Dorf Horno gegen die Bagger der Lausitzer Braunkohle AG. Und gegen deren Hilfstrupp, die Landesregierung zu Potsdam. Und gegen Ostdeutschlands Not- und Totschlagsargument, das da lautet: Arbeitsplätze. Die Kohle ist im Süden Brandenburgs der einzige große Arbeitgeber. 11000 Kumpel (von, zur DDR-Zeit, 25000) standen 1993 bei der Laubag noch in Lohn und Brot. Die aber würden bleiben, so die optimistische Doktrin der Ära Stolpe/Kohl. Das Zugpferd Bergbau werde Investoren in die Lausitz holen, bis die Krater zwischen Forst und Guben blühen. Heute pflügen weniger als 4000 Kumpel das Land, 60 Meter tief für zehn Meter Flöz, und füttern das Kraftwerk Jänschwalde und brennen Strom, der teurer, also schwer verkäuflich würde, käme die Kohle von weiter her. In 15 bis 20 Jahren ist ganz Schluss mit Tagebau.

Unter Horno selbst liegt kaum Kohle. Den Ort zu umbaggern, weigert sich die Laubag, der Kosten wegen. Also muss eines der schönsten Dörfer Brandenburgs in die Grube fahren. Also verbrutzeln sechseinhalb Jahrhunderte Geschichte für ein bisschen Überangebot an Kohlestrom. „Vielleicht werden unsere Nachkommen sagen: Die Idioten!“ So sprach, lang ist es her, in einer offenen Minute Manfred Stolpe. Der hatte nach der Wende dem Dorf die Rettung versprochen. Jetzt herrsche Demokratie, da sei auch Horno seiner Freiheit Schmied….

Lees verder op www.zeit.de

Miko Flohr,