Back yard.
Miko Flohr, 02/10/2011
Back yard.
Miko Flohr, 02/10/2011
Carel Brendel betoogt dat de argumenten tegen een verbod op nikaab en boerka weinig om het lijf hebben. Hij vergist zich deerlijk. De argumenten vóór zo’n verbod zijn namelijk nog veel zwakker.
Een liberaal dilemma
De boerka is misschien wel hét liberale dilemma van deze tijd. Eigenlijk kan je het als overheid niet goed doen: doe je niets, dan krijg je het verwijt dat je een oerconservatieve vorm van vrouwenonderdrukking in stand houdt; ga je voor een verbod, dan ben je een betuttelende overheid die zich bemoeit met één van de meest elementaire keuzevrijheden die we in Nederland kennen – namelijk hoe we ons aan onze medemens presenteren – via uiterlijk en kleding. Natuurlijk is het goeddeels een theoretisch probleem: al weten we niet precies hoeveel het er zijn, het gaat om een zeer kleine groep vrouwen. Toch is dat aantal – dat ben ik wel met Brendel eens – niet zo belangrijk. Het is een fundamentele kwestie, dus: de kwaliteit telt, niet de kwantiteit. Continue reading
Miko Flohr, 29/09/2011
Een grootse liveband is uiteen gegaan.
Miko Flohr, 21/09/2011
Miko Flohr, 19/09/2011
We rouleren. Wat nu achteraan staat, komt volgende week naar voren.
Miko Flohr,
Al weer twee weken geleden. Het was een mooie dag, en geweldig om iedereen weer even te zien. Gek genoeg vond ik het mooiste moment van de dag het moment dat we buiten op de markt van Geertruidenberg, voor het stadhuis, stonden te wachten – we waren wat vroeg – en we al die mensen druppelsgewijs zagen verschijnen, uit Loon op Zand, Geertruidenberg, Tilburg, Nijmegen, Wijchen, Arnhem, Eindhoven, Groningen, Amsterdam, Duitsland, en nog een aantal plaatsen die ik nu even over het hoofd zie. En toen moesten we dus naar binnen. Door een haag van mensen. Raar hoe zoiets banaals en afgezaagds op zo’n moment nog iets moois krijgt ook. Vrijwel alle mensen met wie, de afgelopen decennia, lief en leed gedeeld staan daar en kijken hoe je de toekomst tegemoet loopt. [vul hier pathetisch latijns citaat in].
Miko Flohr, 17/09/2011
Harry van Bommel en Mariko Peters vinden dat de verwijzing naar slavernij op de Gouden Koets verwijderd moet worden, want zo’n afbeelding herinnert ons aan “een gruwelijke periode in de Nederlandse geschiedenis”. Het is een bizar plan. Er is vrij weinig reden om trots te zijn op het Nederlandse koloniale verleden, maar nog minder reden om te doen of het niet bestaat. Dat gebeurt namelijk al genoeg. Nederlanders hebben een lastige verhouding met hun verleden. We herinneren ons maar al te graag de roemruchte daden van onze voorvaderen in de Grote Opstand tegen de Spanjaarden. Piet Heyn en de Zilvervloot en Michiel de Ruyter op de Thames zijn iconische verhalen die nog steeds – mede – onze nationale identiteit kleuren. Daar staat tegenover dat we dat wat minder mooi past het liefst verbannen naar de marges van onze geschiedenisboekjes, of met de mantel der liefde bedekken. Het Nederlandse koloniale verleden is daar misschien wel het meest schrijnende voorbeeld van. Nog steeds spreken velen over de ‘politionele acties’ als ze verwijzen naar de bloedige oorlog die het Nederlandse leger kort na de eigen bevrijding in Indonesië voerde, en nog steeds stribbelt onze regering tegen als slachtoffers van door het KNIL aangerichte bloedbaden in de ‘Oost’ zijn aangericht – zoals deze week nog bleek in de rechtszaak over het bloedbad in Rawagedeh, die onze staat – gelukkig – verloor.
Dat op Hare Majesteit’s gouden koets een afbeelding staat waarin dit koloniale verleden wordt verheerlijkt, wist ik eerlijk gezegd niet eens – het is mij nooit opgevallen, en ik heb er nooit iemand eerder iets over horen zeggen. Ik vermoed dat negentig procent van de Nederlandse bevolking tot vandaag nog nooit gehoord had van de “Hulde der Koloniën”. Misschien is dat ook wel omdat we het liefst doen of de schildering er niet is, want het moet gezegd: het is inderdaad een tamelijk opvallend geheel, met een leger onderdanige negers en javanen dat de blanke koloniale medemens gedwee ploeterend alle koloniale rijkdommen komt brengen. Ik zie overigens geen expliciete verwijzing naar slavernij – niemand zit aan een touwtje – maar het onderliggende mensbeeld is maar al te duidelijk: blank aan de top, en donker daaronder. Is ook niet zo gek. Blanke suprematie was in de wereld van het einde van de negentiende eeuw niet alleen gangbare praktijk, maar ook sociaal geaccepteerd – althans, in de westerse wereld. U kunt zich daar natuurlijk over opwinden, maar dan moet u bij uw betovergrootvader zijn, niet bij uw huidige medemens.
Het plan van Van Bommel en Peters, ondersteund door het Landelijk Platform Slavernijverleden en het Comité Nederlandse Ereschulden, blinkt, zelfs in de categorie ‘lichtzinnige politieke proefballonnetjes’, uit door ondoordachtheid: verwijderen is, zeker op termijn, vergeten, en het lijkt me dat precies dát hetgeen is SP en GroenLinks nou net niet willen bereiken. Is eigenlijk stiekem best wel meer iets voor Trots op Nederland. De beste manier om Nederlanders in staat te stellen hun koloniale verleden een plaats te geven is ze er voortdurend aan te herinneren. Telkens weer, totdat niemand meer kan vergeten dat we met onze superieure Joods-Christelijke cultuur niet alleen zijn geworden wat we zijn door dijken te bouwen, hard te werken en slim te handelen, maar ook door keiharde repressie en uitbuiting. Alleen al om die reden moet de “Hulde der Koloniën” behouden blijven, en we moeten nog heel lang in die Gouden Koets blijven rijden. Sterker: een foto van de Gouden Koets, met uitleg, verdient een plaatsje in ieder schoolboek over de vaderlandse geschiedenis, zodat beginnende en gevorderde politici in het vervolg wellicht twee keer na zullen denken voor ze beginnen over die goeie ouwe VOC-mentaliteit.
Miko Flohr, 16/09/2011
Schitterende spelfout op een bord dat sowieso al overbodig is.
Miko Flohr, 15/09/2011
Elspeetsche Heide, zaterdagavond, vóór het onweer.
Miko Flohr, 13/09/2011
Parijs, Jardin des Plantes, afgelopen maandagmorgen. Even twee dagen weg, en toen snel weer terug naar Nederland.
Miko Flohr, 08/09/2011