Consensus in de polder

We vinden, in Nederland, dat je met je poten af moet blijven van wat een ander toe behoort. We vinden in Nederland dat je eerlijk tegen elkaar moet zijn en dat je elkaar de waarheid moet kunnen zeggen. We vinden in Nederland allemaal dat er geen enkele reden is waarom men een ander mag slaan, schoppen, of verwonden. We vinden in Nederland dat iedereen in vrijheid keuzes moet kunnen maken over zijn leven, uiterlijk en identiteit. We vinden in Nederland dat men moet kunnen bidden tot iedere god die men wil, als men dat nodig acht, en zo niet, dan niet. We vinden in Nederland dat je iets moet doen voor de kost, en dat hard werken beloond mag worden. We vinden in Nederland dat als je het zelf echt niet red, je niet dood hoeft te gaan van de honger, en dat je recht hebt op de zorg die je nodig hebt.

Met z’n allen hebben we een tyfushekel aan zinloos geweld. Met z’n allen hebben we de schurft aan machtsmisbruik en corruptie. Met z’n allen vinden we het belangrijk schone, frisse lucht in te ademen. Met z’n allen vinden we dat huidskleur niet zou moeten tellen. Niemand wil dat onze samenleving totaal ontwricht wordt door grote stromen vreemdelingen. Niemand wil dat het halve land uren in de file staat, iedere dag, op dezelfde plek, om dezelfde reden. Niemand wil dat alles dat groen is volgeplempt wordt met beton dat niemand vervolgens gebruikt. En nee, Jan Roos, niemand – NIEMAND – viert feest als een waarheidsfascist achtenzestig jongeren doodschiet omdat hij denkt dat de wereld daar beter van wordt.

Al met al zijn we het in Nederland over best wel veel dingen best wel eens. Sommigen willen iets meer beton. Anderen iets minder. Sommigen vinden sommige stakkers luilakken, anderen vinden sommige luilakken stakkers. Sommigen vinden dat je alles mag zeggen, mits je ieders veiligheid in acht neemt, anderen vinden dat je alles mag zeggen tenzij je oproept tot geweld. Sommigen zijn een beetje bang voor de totalitaire macht van de staat, anderen zijn een beetje bang voor de totalitaire macht van de markt. Sommigen vinden dit iets belangrijker. Anderen dat. Sommigen noemen zich liever links. Anderen noemen zich liever rechts. Veel van die verschillen zijn best wel marginaal en goed op te lossen, en vrijwel iedereen vindt zichzelf redelijk en genuanceerd.

Dus wat is dan die polarisatie waar iedereen het steeds maar over heeft, behalve een wedstrijdje oververhit verplassen in wederzijds diskwalificerende toetsenbordretoriek?

Miko Flohr,

“het gespuis van JOOP daarentegen…”

Hoe zouden sommige mensen toch zo’n ziekelijke hekel aan de JOOP hebben ontwikkeld? Ik heb echt werkelijk geen enkel idee. Misschien toch eens voorzichtigjes beginnen met uw lezers duidelijk maken dat u JOOP eigenlijk heel lief vindt, en dat hier sprake is van een gezonde, sportieve blogconcurrentie in plaats van ongeremde gutmenschhaat, heren?

Als u dit nog niet genoeg vindt, deel twee van de bloemlezing (‘voor een gek zegt ie best een hoop zinnige dingen’) staat achter de klik. Live meelezen kan hier. Ik ga even mijn kots opvegen.

Miko Flohr, 26/07/2011

De Portretrechten van Anders Behring Breivik

Het meest confronterend vind ik dus die foto’s die overal opduiken. Er zijn een paar varianten, maar de keurige-trui-variant lijkt het, gek genoeg, vooralsnog te winnen. In deze variant kijkt de massamoordenaar het publiek met licht naar links gebogen hoofd aan, de haren keurig gekamd, een paar plukjes haar op de kin, en iets dat op een haast verlegen grijns lijkt. De torso is licht gedraaid. Over een oranje blouse draagt de marxistenkiller een donkerblauwe, haast zwarte trui met de krokodil van de firma Lacoste iets boven de linker tepel. De witte achtergrond suggereert een haast professionele portretfoto. Een fatsoenlijke knaap, zou je zeggen. Een keurige jongen. Een acht voor wiskunde, een zeven voor economie. Nine to five burobaan met behoorlijke financiële compensatie. Keurig samenwonend met zijn vriendin. De ideale schoonzoon. Eens in het jaar nog dronken met de oude studievrienden. Nu nog wel, want binnenkort komen de kinderen, en dan is het afgelopen met de pret. Misschien een beetje conservatief, maar verder vooral onopvallend.

De waanzin heeft een verontrustend vertrouwd gezicht, en dat gezicht lacht de wereld vriendelijk en beleefd toe. Het kwaad ziet eruit als dertien in dozijn. Ik word daar koud van. Ik realiseer me dat ik geen truien van Lacoste heb, en ik bedenk me prompt dat het feit dat ik me dat zo ongeveer automatisch realiseer tamelijk bizar is. Maar misschien ben ik wel niet de enige. Aan de ene kant is de confrontatie met de banaliteit van het kwaad misschien wel goed. Het kwaad zit ergens misschien ook wel in ons allemaal. Natuurlijk zit er een steekje los in die man, maar het blijft een mens die door zijn eigen menselijke tekortkomingen tot onmenselijke daden komt. U en ik hadden ook tot zo’n machinegeweermonster kunnen verworden – door de psychische aanleg waarmee we op de wereld kwamen, door de loop der dingen, door het ideologische gif dat we besloten tot ons te nemen. Het is slechts niet zo gelopen, omdat we als andere mensen op de wereld kwamen, en ons niet in die richting hebben ontwikkeld. Huiveringwekkend vind ik dat.

Aan de andere kant: waarom niet de foto met het machinegeweer, of de foto in het apenpakje van de tempeliers, of, nog veel beter, de foto genomen door de politie bij arrestatie? Het monster heeft het internet volgeplempt met allerlei propagandaplaatjes, en wat doen de media? Die gebruiken wat wordt geboden. Kritiekloos. Automatisch. En dat is precies wat het monster wil. Alles voor de heilige oorlog, kruistocht, jihad, of welke term u ook wil gebruiken. Goddank heeft de Noorse justitie besloten de pers uit de zaal te laten bij de hoorzitting vanmorgen. Maar nu al, zo lijkt het, zijn er her en der testosteronbommetjes, dragers van het waarheidsvirus, die zich inspireren laten. Als deze terreurdaad ergens een zware verantwoordelijkheid neerlegt is het wel bij de media, de deskundologen, en alle politiek gemotiveerde hotemetoten, die – los van alle retoriek over persvrijheid en vrijheid van meningsuiting – in de komende weken belangrijke keuzes zullen moeten maken over toonzetting, prioriteiten en de effecten van wat men schrijft of roept op eenzame wolven. Want dat we juridisch vrij zijn om van alles en nog wat te roepen, zover zijn we nu wel. Maar dat gestoorde gekken de natuurlijke dynamiek van het debat doorgronden en schaamteloos gebruiken om hun politieke agenda te verwezenlijken is iets dat bij iedere prominente deelnemer aan dat debat om behoorlijk wat zelfreflectie vraagt. Sociale dynamiek houdt niet op bij juridische verantwoordelijkheid – die begint daar pas. En nee, dit is geen oproep tot regulering, juridisering, en andere vormen van verregaande bedilzucht. Wel een constatering dat woorden effecten kunnen hebben die zowel de verantwoordelijkheid als de bedoelingen van de spreker ver overstijgen, en dat het geen kwaad kan daar kritisch over na te denken en dat een rol te laten spelen in de manier waarop men schrijft over dit ontspoorde monster.

Overigens wens ik de firma Lacoste veel sterkte met de jaarcijfers. Ik zal, de volgende keer dat ik iemand zie rondlopen met die trotse krokodil op de borst, hartstochtelijk proberen om niet aan Anders Behring Breivik te denken. Want dat zou totaal onterecht zijn. Maar toch…

Miko Flohr, 25/07/2011

Hamas, Vijand.

Laat ik dit stuk maar beginnen met een bekentenis, dan kunt u zelf bepalen of u verder leest: ja. Ik ben zo iemand die de palestijnen op de westelijke jordaanoever en de gazastrook intuïtief in de eerste plaats ziet als verliezers. Een door verheffingsidealen verblinde palestijnenknuffelaar ben ik zeker niet, maar ik heb – observeer ik – als vanzelf begrip, en een bepaalde mate van sympathie, voor de woede die er onder hen leeft – en met ‘hen’ bedoel ik dan de mannen, vrouwen en kinderen die daar in die omstandigheden zoveel mogelijk op normale wijze iets van hun leven willen maken. Ik begrijp dat die mensen boos, ziedend, laaiend zijn vanwege de situatie waarin ze zitten. En ik ben deels boos met hen, want ze zijn en worden door de loop der dingen ongenadig gepakt, en ja, ik ben zo iemand die meent te zien dat het deels, grotendeels Israel is dat aan het Palestijnse rad van fortuin draait. De Palestijnen – althans, de welwillenden onder hen – kijken toe en zien hoe het rad steeds opnieuw tot stilstand komt bij ‘0’. Dat is meer dan schrijnend. Maar slachtofferschap is nooit iets passiefs of objectiefs. Het is iets dat je jezelf aanmeet, of dat anderen jou aanmeten naar aanleiding van de loop der dingen, en iets dat zich na verloop van tijd in een bepaalde richting ontwikkelt. Alle betrokkenen spelen daarin een actieve rol. Gedeeld en gecultiveerd slachtofferschap is bovendien vruchtbare grond voor van alles en nog wat. Mooie dingen, zoals saamhorigheid, maar vaak ook lelijke dingen, zoals binair vijanddenken en extremisme.

Nog een bekentenis dan maar. Ik, en ik heb de indruk vele anderen met mij, hebben de donkere kanten van het Palestijnse slachtofferschap veel te lang voor lief genomen. Palestijnen hadden te lijden, en Israel was de agressor die hen naar de randen van de aarde wilde vegen, en eroverheen. Het laatste jaren is dat bij mij snel veranderd. Ik maak me zorgen. De Palestijnse zaak zou in principe een universeel goede zaak moeten zijn, en een vredige, stabiele toekomst voor de mensen in de bezette gebieden is belangrijk, maar als je – los van de rol van Israel – echt kritisch probeert te kijken naar de bijdrage die vanuit de Palestijnse gebieden aan dit alles wordt geleverd, dan word je – om het voorzichtigjes uit te drukken – niet vrolijk. En in dat alles speelt de firma Hamas een sleutelrol. Hamas is de grote vijand, en dat is Hamas ongetwijfeld deels omdat Hamas in het Westen tot de grote vijand gemaakt wordt, maar zeker ook omdat Hamas maar al te graag de grote vijand wil zijn. Voor de gezelligheid nu even een citaat. We schrijven eind 2010 (!):

We zijn beter voorbereid om voort te gaan op ons exclusieve pad waarvoor geen alternatief bestaat en dat is het pad van de jihad en de strijd tegen de vijanden van Moslims en mensheid. Wij zeggen tegen onze vijanden: jullie zullen vernietigd worden, en Palestina zal van ons blijven – inclusief Al-Quds (Jeruzalem), Al-Aqsa, en de steden en dorpen van de zee tot de rivier, van het noorden tot het zuiden. Jullie hebben geen recht op zelfs maar een meter ervan.

Dit is dus Mohammed Deif. Wie? Mohammed Deif. Dat is, naar het schijnt, de huidige chef van de Izz ad-Din al-Qassam brigades. Dat is ‘officieel’ de gewapende tak van Hamas – in de praktijk opereren de brigades onafhankelijk, grotendeels zonder dat de ‘politieke’ leiding van Hamas precies weet wat ze uitvreten (doch de politieke leiding van Hamas heeft nimmer publiekelijk afstand genomen van de brigades). De Izz ad-Din al-Qassam brigades hebben het begrip ‘martelaarschap’ misschien niet geïntroduceerd in het Palestijnse conflict, maar het toch zeker een andere dimensie gegeven – via de vele zelfmoordaanslagen in de jaren ’90, en nu dat niet meer kan, via de rakketten die vanuit Gaza op Israel worden afgevuurd, en die immer via de kort erop volgende precisiebombardementen van het Israelische leger heel wat meer mensen naar het martelaardom brengen dan er betrokken waren bij het afvuren van de rakketten. Het zijn, kortom, spijkerharde terroristen.

Ja, natuurlijk. Hamas is ook een vriend. Voor Palestijnen dan. En: deels. Het is die religieuze organisatie die zo diep vertakt zit in de samenleving dat zij in staat is de samenleving vorm te geven. Hamas doet de medische zorg, bouwt scholen, ondersteunt mensen financiëel. Die nuance wordt vaak gemakkelijk vergeten, maar is en blijft van groot belang. En natuurlijk, ja, vrinden van Israel, de positie van Hamas is deels het product van de Israelische staat, die in de jaren ’80 Hamas steunde om de steun voor de PLO te breken (waar hebben we dat meer gehoord?). Daar zullen ze zich wellicht nog eens over achter de oren krabben, in Jeruzalem. Maar Hamas is vooralsnog vooral die ‘vriend’ van de Palestijnen die sommigen van hen ertoe aanzet hun volk herhaaldelijk en met open ogen in de eigen voet te schieten. Echte vrinden van de Palestijnse zaak bezien Hamas maar beter uitermate kritisch. Ja, er zijn, goddank, opiniepeilingen die erop duiden dat Hamas publieke steun aan het verliezen is – minder dan de helft van de inwoners van Gaza zou Hamas steunen, en de meerderheid van hen geeft zowel Hamas als Israel de schuld van de situatie, maar Hamas zal noodzakelijkerwijs deel van de oplossing moeten zijn: de organisatie zit te diep in de samenleving en doet te belangrijk werk om zo maar op te heffen. Daar zal ook nooit draagvlak voor zijn. Maar zolang Hamas de al-Qassam brigades niet opdoekt, is de beweging in de eerste plaats en onwrikbaar onderdeel van het probleem. Hamas zal paradijslustige extremisten blijven aantrekken die iedere stap voorwaarts per raket aan flarden bombarderen, en legitimeert al doende groepjes niet-gelieerde gekken vergelijkbaars te doen. Feitelijk gijzelt Hamas daarmee de rest van de bevolking. Dat verdient meer erkenning, ook en vooral van hen die meeleven met het tragische lot van de Palestijnen.

Voor mensen die de Palestijnse zaak in principe een warm hart toe dragen, is het wellicht handig om de toon soms wat aan te passen. Ja, kritiek op Israel mag – natuurlijk. Niemand is hier in de positie om de ander enig recht te ontzeggen. Vaak ligt kritiek op Israel zelfs zeer voor de hand. Maar kritiek op de één is geloofwaardiger als die gepaard gaat met een kritische blik op de ander. Want uiteindelijk gaat het niet alleen om de waarheden die waren, zijn en zullen zijn, maar ook en vooral om de waarheid waarin men gelooft en waarnaar men handelt. En die brengt men het best aan de man op basis van een gedegen, genuanceerde blik. Een blik die ruimte laat voor kritiek op diegenen waarmee men in de grond van het hart sympathiseert. Dat verwacht men immers ook van de ‘tegenpartij’. Dus, Gretta, even diep ademhalen, en húp. Zeg het ze! Zeg het ons! Laat zien dat je net als ieder weldenkend mens vindt dat Hamas vandaag nog afstand moet nemen van de Qassam-brigades. Je kunt het!

Miko Flohr, 14/07/2011

Vrijheid

Israel. Vaak heb ik op het punt gestaan een stukje te schrijven. Soms ben ik begonnen. Nooit heb ik het afgemaakt, laat staan gepubliceerd. Je kan het namelijk nooit goed doen: een verkeerd woord, één verkeerd leesteken en de horden vallen van onder en boven, van links en rechts over je heen. Het is een van die onderwerpen waarover zoveel feiten, feitjes en factoïden rondzweven dat niemand het volledige overzicht heeft en dat iedereen het schijnbaar overtuigende betoog van de ander kan verstoren door een ontbrekend gebeurtenisje, schandaaltje, complotje of cijfertje op te lepelen. Feiten die geen waarheid vormen, en waarheden die elkaar tegenspreken. Meningen dus. En gevoelens. Je bent intuïtief vóór, of je bent intuïtief tegen, en op basis van die intuïtie lezen wij de gebeurtenissen en vormen wij allen persoonlijke onze mening. Instinctief.

Voordat u mij vanuit uw pro-Israelische of pro-Palestijnse bunker begint te bestoken met allerlei feitjes die naar uw mening absoluut van doorslaggevend belang zijn om de huidige situatie te begrijpen daarom het volgende: ik weet het niet. Ik ken niet al uw feiten, en ik heb moeite genoeg met de mijne. Intuïtief voel ik mee met de verdrevenen. Verdrevenen, dat zijn die mensen die hun hebben en houden, hun land en huis hebben verloren of op moesten geven. Of ze dat nou deden omdat er iemand met een geweer en een nationalistische ideologie stond om hen van hun land richting de woestijn te drijven, of omdat men in het naoorlogse Europa geen toekomst meer zag na de genocide in het Derde Rijk, maakt wat mij betreft niet uit. Verdrevenen zijn verdrevenen, en blijven dat vaak generaties lang. Niet voor de wet, wel in het hoofd, en in het hart. Met alle frustraties en gevoeligheden van dien. Zie ook: Molukkers.

Het is ook erg makkelijk om met de kennis van nu te grote woorden te spreken over het ontstaan van Israel, en over de ideologie die aan het ontstaan van de staat ten grondslag ligt. Ja, het idee dat een volk historisch gezien recht zou hebben op een land dat al tweeduizend jaar door anderen bevolkt wordt, is bij nader inzien een tamelijk absurd voorbeeld van het nationale vakjes-en-lijnen-denken waar in de negentiende en twintigste eeuw zovelen last van hadden, en het idee dat je zomaar zonder gezanik een bevolkt land kan ombouwen tot een ander land is typisch twintigste-eeuws maakbaarheidsdenken. Maar dat is nu, en 1917 was 1917, en 1948 was 1948. Men kan daarnaast met gemak schande spreken van ongeveer iedere gebeurtenis of daad sindsdien – de bouw van weer een nederzetting, weer een zieke aanslag in een stampvolle bus, weer een raket hier, en vervolgens een nietsontziend precisiebombardement daar. Kan je hele pagina’s mee vullen. Boekenkasten zelfs.

Maar de geschiedenis heeft een loop genomen en men kan haar moeilijk terugdraaien. Het gaat niet om het verleden, maar om vandaag en morgen. En om dat gevleugelde woord waar iedereen zo vaak en zo gemakkelijk naar verwijst: vrijheid. En op dat punt gaat het momenteel tamelijk mis, met Israel, en met de zelfverklaarde ‘vrienden van Israel’ elders op deze planeet. Die ‘vrienden van Israel’ zijn overigens helegaar geen echte vrienden. Echte vrienden volgen elkaar kritisch, en zeggen elkaar de waarheid indien nodig. Echte vrienden zorgen ervoor dat je op het juiste pad bent of geraakt. Echte vriend zijn betekent niet: te pas en te onpas alles wat iemand doet verdedigen alleen maar omdat het je vriend betreft. Dan ben je geen echte vriend, dan ben je een groupie – en van groupies is nog nooit iemand gezond gedrag gaan vertonen. Als ik een echte ‘vriend van Israel’ zou zijn, zou ik mijn vrind Israel voorzichtig doch dringend proberen duidelijk te maken dat het woord ‘vrijheid’ voor veel mensen iets anders betekent dan ‘als het in mijn straatje past, vind ik het allemaal prima’. Ik haal even drie voorbeelden aan.

Één. Vrijheid – in een gezonde democratie naar westers model – betekent dat mensen het oneens mogen zijn. Dat ze vrij zijn een protestactie te organiseren hoe onzinnig en debiel je die ook vindt. De suggestieve insinuatiecampagne tegen de tweede Gaza-vloot, de argumentatie dat die vloot niet ‘nodig’ zou zijn, dat ‘de terroristen van hamas ermee in de kaart gespeeld zouden worden’ – het is allemaal gebabbel, gelul en geleuter. Die mensen vinden wat. Ze willen protesteren. Zonder geweld. Laat ze. Lach ze uit, wat mij betreft. Prima. Controleer op wapens, desnoods. Of laat dat doen. Maar: laat ze gaan. Israel laat met de flotilla een gouden kans lopen op een unieke PR-stunt: ‘dit zijn wij, Israel, wij zijn democratisch, westers, en wij vinden het prima als u in vrede uw andere mening laat horen. Sterker nog: kom maar op’. Twee. Vrijheid is ook: journalisten hun werk laten doen, en ze dus niet wegens vermeende associatie met het protest uit de El Al-Boeing halen en de toegang tot het land ontzeggen. Wat er met Wichers en Hesseling is gebeurd is ronduit schandalig en verdient ons aller aandacht en zorg. Zéker van de ‘vrienden van Israel’. U was toch voor westerse democratie? Welnu, dit is uw kans partij te kiezen. Waar wacht u op! Drie. Vrijheid is bovendien dat – en nu haal ik even onze Nationale Opperisraelknuffelaar aan – in het debat alles gezegd moet kunnen worden. En met alles bedoelen we dus: alles. Dus ook over nederzettingen. En over Israel zelf. Ook als het allemaal niet zo mooi uitkomt. Als iemand oproept tot een boycot. De gisteren aangenomen anti-boycotwet is te gek voor woorden. Je zou haast zeggen: boycotten die handel, tot die wet van tafel is. Maar dan roep ik op tot een boycot, en dat mag dus niet meer. Dus laat maar.

Ja, als ik een zelfverklaarde, trotse ‘Vriend van Israel’ was, zou ik me een beetje zorgen maken. De problemen tussen Israel en de Palestijnen zijn op zich al groot en onoplosbaar genoeg. Het hierboven genoemde betreft relatief kleine, ongecompliceerde zaken, zou je zeggen, die makkelijk op een voor alle betrokkenen bevredigende wijze oplosbaar zijn. Waarom maken ze daar onnodig zo’n bende van? En dan heb ik het nog niet eens over de volstrekt bizarre arrestatie van een Nederlands gemeenteraadslid. Maar misschien heb ik wel een bijzonder radicaal idee van wat vrijheid is of zou moeten zijn.

(P.S. Vrijheid is overigens ook dat je je buren de ruimte geeft zich te ontplooien. Niet: dat je ze opsluit op een onvruchtbare, overbevolkte strook land, ze daarmee overleverend aan allerlei fundamentalismes – om dan vervolgens drie jaar later verschrikt te zeggen: ‘Lieve help! Ze zijn opeens allemaal terrorist!’. Maar goed. Dat ligt wat gecompliceerder – Ja, Hamas en zijn nog extremistischere stiefbroertjes zijn hysterisch, gevaarlijk en wat dies meer zij. Qua fair and balanced dan ook binnenkort van deze auteur een gepeperd stukje over de firma Hamas.)

Miko Flohr, 12/07/2011

Meanderlingen (I)

Mocht u het komend weekend (16-17 juli) in Nijmegen zijn, en toch al van plan zijn om op de fiets te springen voor een rondje door de Ooij, rijdt u dan even langs bij het kerkje van Persingen, en kijkt u even naar wat mijn zus zoal maakt.

Meer info.

Miko Flohr,