Moslims en Christenen met Bolkestein en Naoum Nehme

Het is me wel een mooi geschiedenisfeestje dezer dagen. Vernamen we donderdag van Martin Bosma hoe islamitische zeloten half Europa zouden hebben verkocht op de Arabische slavenmarkten, vandaag vertellen Frits Bolkestein en Hala Naoum Nehme ons hoe Christenen in het Midden-Oosten al sinds het ontstaan van de Islam systematisch worden buitengesloten, getreiterd, gepest en uitgemoord. Ik heb gisteren al een stukje geschreven over het gebabbel van Bosma, maar het betoog van vandaag is te opmerkelijk om zomaar te laten passeren. Het is, wederom, een selectief ratjetoe van tendentieuze feiten, feitjes en factoïden dat vooral aantoont dat geschiedenis een vak is dat politici niet zomaar automatisch beheersen. Weer blijkt vooral hoe jammer het is dat er zo weinig aandacht is voor die historici die een echt doordacht verhaal te vertellen hebben over de lange, gedeelde geschiedenis van Arabieren en Europeanen.

Een citaat:

Westerlingen weten weinig van de christenen in het Midden-Oosten. Hun bestaan gaat terug tot de tijd kort na Christus. Vanuit Syrië heeft het christendom zich verspreid. De Syrische katholieken zijn de rechtstreekse afstammelingen van de allereerste kerken, die door de apostelen zijn gesticht.

Correct. Althans, deels. Voor zover ik begrepen heb vertrokken de Apostelen zo snel mogelijk uit de woestijn naar de grote steden in het westen om de blijde boodschap te verspreiden. Paulus en Petrus stierven niet voor niets in Rome – en Johannes in Ephese. Maar wat is het punt? Zijn Syrische christenen extra belangrijk omdat ze aan de basis zouden staan van de kerk? Mooie drogreden is dat. Nog een citaatje:

Rond 1500, toen het Turkse rijk grote delen van het Midden-Oosten bezette, kregen christenen de offciele status van dhimmis (tweederangs burgers). Zij konden alleen bescherming genieten wanneer hun Jizya werd geïncasseerd.

Ja. Dhimmi’s waren tweederangs burgers in het Ottomaanse rijk. Maar er was ook nog een derde rang – ‘overigen’. Juridisch gezien waren Dhimmi’s een geprivilegieerde groep onder de niet-moslims: het is dus een positief onderscheid, en geen negatief onderscheid. De Jizya was inderdaad een verplichte belasting, maar stelde christenen (en joden) vrij van militaire dienst en van de zakat, de aalmoes die weer verplicht was voor Moslims. Met het dhimmischap kwam ook een bepaalde vorm van autonomie. Je kon in bepaalde opzichten beter een dhimmi zijn in het Ottomaanse rijk, dan een Jood in Europa. Maar daar hoor je Bolkestein en Naoum Nehme niet over. Dat past immers niet in het betoog.

In de praktijk bleek die belasting (de Jizya) onvoldoende om hen van georganiseerde slachtingen zoals in Aleppo (1850), Mosul (1854) en Egypte (1882) te beschermen.

Dit is je reinste larie. Kijk naar die data: we hebben het over de negentiende eeuw. De interpretatie van gebeurtenissen in Aleppo is omstreden, en het aantal doden was bovendien laag. Het was niet georganiseerd, en zeker geen slachting. Plunderen komt dichter in de buurt. Egypte, 1882 was een opstand tegen het koloniale gepruts van Groot-Brittannië en Frankrijk en de Turkse elite die het land bestuurde. Door historici worden deze – en andere – uitbarstingen van geweld tegen christenen primair gerelateerd aan het ongemak van moslims met de toegenomen economische, politieke en ideologische aanwezigheid van Europeanen in de regio. Het heeft niets te maken met de innerlijke drang van moslims om at random pogroms te houden in christelijke buurten – zoals in Europa geschiedde in joodse buurten (Zutphen, 1349, iemand?). Overigens: Christenen in het Midden-Oosten kunnen het ook aardig. Hallo, Sabra en Shatila.

Uiteindelijk zit hier het grote knelpunt in dit betoog – en in het betoog van Bosma: Bolkestein en Naoum Nehme doen alsof de haat van moslims in het Midden Oosten tegen hun christelijke landgenoten, en de daaruit voortvloeiende pesterijen en onderdrukking, inherent is aan de islam. Daarmee ontkennen ze de rol van geschiedenis. Sterker: ze omarmen een benadering die feitelijk de oplossing van het probleem in de weg staat. Want dát er spanningen zijn tussen moslims en christenen in het Midden Oosten, en dát men zich zorgen zou kunnen maken over de positie van christelijke minderheden staat buiten kijf. Maar die spanningen hebben een geschiedenis en zijn niet inherent aan de islam. Het verhaal van deze interreligieuze spanningen is uiteindelijk vooral het verhaal van de koloniale geschiedenis van het Midden Oosten, en de vaak slordige, onhandige en ideologisch vertroebelde rol die met name Britten en Fransen daar de afgelopen twee eeuwen hebben gespeeld. Dat is niet een ‘wij zijn slecht’ of een ‘weg met ons’, en het praat ook niet goed dat de ene religieuze groep de andere achterstelt, treitert, wegpest of terroriseert. Maar de historische rol van het westen in het Midden Oosten ontkennen, dat hebben we nu wel weer lang genoeg gedaan. Alleen als we echt willen begrijpen waar de haat vandaan komt hebben we vanuit het westen een zinnige bijdrage te leveren. En zelfs dan zal bescheidenheid, veel bescheidenheid nodig zijn om iets te kunnen doen dat echt verschil maakt. Vooralsnog lijken we daar maar matigjes toe in staat.

Miko Flohr, 05/06/2011

Kaffirs en zeloten: geschiedenisfantasieën met Martin Bosma

Geschiedenis wordt geschreven en herschreven door overwinnaars. Geschiedenis gaat over het verleden, maar wordt geschreven in en voor het heden. Geschiedenis is dan ook per definitie gekleurd: wat niet past, wordt weggestopt in bijzinnen, en wat goed uitkomt wordt opgeblazen tot immense proporties. Martin Bosma verkondigt dan ook een waarheid als een koe als hij beweert dat we in het Westen weinig tot geen aandacht hebben voor de ‘Europese’ slachtoffers van ‘islamitische’ slavenrovers in de zeventiende eeuw, maar wel hele bibliotheken volschrijven over de transatlantische slavenhandel. Het eerste past niet echt heel lekker in ons verhaal van westerse koloniale hegemonie – terwijl wij de wereld ontdekten, verdwenen zonen en dochters uit onze mediterrane achtertuin naar de duistere zijde van de wijnblauwe Mediterranée. Het tweede is bij uitstek onderdeel van onze eigen culturele geschiedenis: het (formeel) afschaffen van slavernij is een cruciale stap in de westerse ontwikkeling naar een beschaafde samenleving met gelijke rechten voor iedereen. Bosma heeft misschien wel gelijk dat dit fenomeen meer aandacht zou verdienen. Maar hij is zelf geen haar beter. Bosma – het begint een handelsmerk te worden – verdraait de feiten. Zijn verhaal is selectief en gekleurd.

Een anekdote. In 1544 werd het lieflijke eilandje Lipari – u kent het wellicht uit il Postino – overvallen. De ganse bevolking van het eiland – zo’n 9000 mannen, vrouwen, en kinderen – werd gevangen genomen en afgevoerd richting de Arabische slavenmarkt. Ischia werd ook te grazen genomen (4000 slaven, ke-dzjing) – dat ging in 1544 gewoon in één moeite door. Een deel werd in Messina vrijgekocht en keerde terug, maar pas in 1556 werd het eiland door Karel V (‘onze’ koning van Hispaniën, ja) herbevolkt – maar niet voordat er op het eiland een enorm fort was gebouwd waar de bevolking in geval van een overval in kon schuilen. Piratenovervallen waren een frequent en reëel probleem – buiten de brede muren van Karel V zou het in Lipari tot in de 19e eeuw onveilig blijven. Formentera – een van de Balearen – was zelfs geheel ontvolkt, zo vaak werd het door piraten te grazen genomen. Tot zover schetst Bosma een historisch fenomeen dat we in het westen – terecht of onterecht – naar de marges van onze geschiedenis hebben gedreven.

Maar wie waren die piraten nou eigenlijk? Bosma heeft het over ‘drijfjachten van moslims’ – alsof het zou gaan om religieus gemotiveerde zeloten, maniakken die voor eigen zielenheil in het wilde weg random christelijke dorpen ontvolkten omdat Allah nou eenmaal groot is en God niet. Niets is minder waar. Het is zoals Bill Clinton zei: it’s the economy, stupid. Het was handel. Keiharde handel. Mensenhandel. Foute boel. Maar: handel. En waar handel is, daar is Dietschen bloed niet ver weg. Een bekend en berucht piratenleider was Symen Danzeker – Simon de Danser. En wat te denken van Suleyman Reis, ook wel bekend als Dirk de Veenboer, en Murat Reis, geboren Jan Janszoon. Britten waren er ook, overigens. John Ward is ‘n bekende. En Lipari werd veroverd door een Ottomaans-Franse alliantie. Dus dat hele ‘moslims-tegen-christenen’ verhaal van Bosma is vierkant geleuter. Veel van de ‘islamitische’ piraten waren uiteindelijk Europeanen – en ze waren lang niet allemaal bekeerd tot de islam. Het ligt veel pragmatischer: in Europa kon je christenen niet als slaven verkopen. In de Arabische wereld daarentegen wel. Daar lag de verkoop van Moslims weer ietsje lastiger. Zo ziet u maar, die Arabieren lijken meer op Europeanen dan we geneigd zijn te denken.

Wat al die Nederlanders in de vroege zeventiende eeuw overigens deden aan de donkere zijde van de Mediterannée? Wel. Wij leren op school verhaaltjes over het Leids ontzet en over de victorie die begon bij Alkmaar. Maar Hollanders en Spanjaarden waren overal. En ze hadden het overal wat moeilijk met elkaar. Vanaf de late zestiende eeuw gebruikten Hollandse piraten vrijheidsstrijders de roversnesten dan ook in toenemende mate om de Spanjaarden lastig te vallen. Piet Heyn, maar dan op de Balearen. Je zou zelfs ergens wellicht kunnen zeggen: de Hollander en de Moslim sloegen de armen ineen tegen de Spanjool. Maar misschien is dat wel een iets te ongemakkelijke waarheid voor Martin Bosma.

Miko Flohr, 04/06/2011