Bananen

Bananen zijn heerlijk. Niet te vaak eten, een paar keer per jaar maar, maar dan wel het liefst een beetje bruin uitgeslagen, volzoet van smaak, en er lekker lang over doen. Van die kleine hapjes nemen, en dan zachtjes kapot drukken met je tong tegen je gehemelte, een paar keer omscheppen en dan doorslikken – wie zijn kiezen gebruikt, is af. Simon Rozendaal is een banaaneter van likmevestje. Vier happen – maal-maal-maal-slik – en het ding is weggewerkt. Voor de camera wordt nog even een soort van verlekkerde frons getrokken, maar het is een werktuiglijk soort verorberen – ‘nuttigen’, niet ‘savoureren’. Toch wens ik Simon Rozendaal nog heel veel smakelijke bananen toe (en dat is geen dreigement). Misschien krijgt hij de kunst van het genieten ooit door. Ik ben zelf eigenlijk meer een appeleter – die zijn vast ook ontzettend radioactief, maar ze helpen wat beter tegen de dorst. Een friszuur exemplaar nemen, de tanden erin, het sap eruit zuigen en dan het afgebetene kapot knauwen. Voor een niet-vleeseter als ik is zo’n appel ook een goed moment om de kiezen weer even te trainen.

Ergens heb ik er ook wel bewondering voor. Je moet ook het gore lef maar hebben: camera aan, en met de rokende puinhopen van Fukushima op de achtergrond licht hakkelend en liegend dat je scheel ziet een banaan nuttigen en kraaien dat het allemaal… Ho. Wacht. Stop. Schrijf ik daar nou ‘liegen’? Verraad ik mezelf hier nou als vooringenomen linkse stralingshystericus? Wel, liegen is een rekbaar begrip, en Simon Rozendaal is natuurlijk gans geen domme vent. Hij is slim genoeg om geen apert onware bewering te doen, en heeft zeker de gave een schijnbaar samenhangend verhaal te vertellen met allemaal schijnbaar ware feiten. Lees zijn ‘nucleaire overpeinzingen’, en kijk maar naar de herhaling van Pauw en Witteman. Ik ga ook echt niet de moeite nemen om ze allemaal te checken. Kost veel te veel tijd, en is ook helemaal niet nodig. De opgelepelde feiten zijn namelijk volstrekt irrelevant. Simon Rozendaal neemt een pol gras, doet daar een mooi glanzend papiertje omheen, en biedt dat zijn publiek aan als een bruidsboeket – en, zo blijkt prompt, het te verwachten klapvee vreet het als zoete koek.

Maar waarom is het zo belangrijk dat je niet subiet dood gaat van de spinazie uit Fukushima? Wat doet het er toe dat alles radioactief is, zelfs een banaan? Natuurlijk weten we allemaal dat niet heel Japan straks massaal te kampen krijgt met kanker, en dat het aantal mensen dat stierf aan de gevolgen van de ramp bij Tsjernobil heel beperkt was (57 doden) – en dat dat nu nog in sterkere mate het geval zal zijn- Goddank! Rozendaal voert – bewust, zo krijg je de indruk – een klassiek stromangevecht: zijn tegenstander bestaat niet en voor zover die bestaat heeft die nauwelijks iets in de melk te brokkelen. Rozendaal heeft de mond vol over de zogenaamde stralingshysterie – maar onze dappere bananeneter horen we niet over kernafval – behoudens in een korte bijzin, zonder het probleem echt uit te werken. We horen hem ook niet over die 170.000 mensen die momenteel geëvacueerd zijn en wellicht elders een nieuw bestaan op dienen te bouwen – en de enorme maatschappelijke kosten en logistiek die dat met zich meebrengt. Of over de infrastructuur die is doorgeknipt – gebeurt dit in Borsele, dan moeten we straks allemaal naar Middelburg over de stormvloedkering, en kunnen ze in Antwerpen de boel sluiten. De dappere mevrouw van Greenpeace bracht bij Pauw en Witteman nog voorzichtigjes in dat de mensen en middelen die nu het monster in Fukushima trachten te temmen eigenlijk elders nodig zijn – er kwam geen reactie. Natuurlijk kwam er geen reactie. Feiten die je niet kan gebruiken, bestaan niet (ja, lezers, kom maar op met die jij-bak). En wat dan met die 14 miljard die onze staat apart houdt voor het geval er in Nederland iets mis gaat? Windmolens draaien op subsidie, zegt Mark Rutte. Juist. Hoezo doen wij hier dan überhaupt aan kernenergie als de markt de verzekering niet eens kan dragen? Maar ja, dat liberale marktdenken, dat is uiteindelijk toch ook maar een principe, niet waar?

Maar we moeten het hem nageven. Simon Rozendaal is een begaafd redenaar en heeft een mooi gevoel voor symboliek. Zo’n banaan. En dat een land waar je jezelf een publiek podium weet te verschaffen door met wat willekeurige irrelevante feitjes een lulverhaal aan elkaar te plakken. Het is dat we nog een koningin hebben.

Miko Flohr, 01/04/2011

Energie: overheid, schaarste en overvloed

Een beetje wrang is het wel, natuurlijk, maar één van de logische bijeffecten van de zich langzaam ontvouwende kernramp bij Fukushima is dat we het in Nederland eindelijk weer eens hebben over iets dat echt belangrijk is: ons energievraagstuk. Dat werd ook eigenlijk wel weer eens hoog tijd. Al dat voortdurend verongelijkte geneuzel over achterlijke culturen en mislukte integraties ten spijt is het onze nationale energiehuishouding die al jaren schreeuwt om aandacht. Als we blijven aanmodderen zoals nu wordt het uiteindelijk een dure janboel, maar op een of andere manier vinden we hoofddoekjes op straat en masse belangwekkender dan het licht in onze woonkamer. Energie, dat was iets voor olieboeren en milieufanatici, toch? Nope. De echt belangrijke politieke beslissingen van de komende jaren zullen echt niet op het terrein van integratie liggen of op dat van de scheiding tussen kerk en staat. De sleutelvraagstukken van deze tijd liggen niet eens op het terrein van de welvaartsverdeling, verzorgingsstaat of onderwijs. Als later historici één belangwekkend oordeel zullen vellen over de tijd waarin wij nu leven zal dat om één ding gaan: energie – en laten we hopen dat dat oordeel er niet op neer zal kommen dat we alle kennis en middelen in huis hadden om het juiste te doen, maar dat onze culturele obsessie met het andere ons ervan weerhield om überhaupt maar iets te doen.

Ik heb het hier dus over energie, en niet over kernenergie. Dat is een bewuste keuze. Het is gemakkelijk om vanaf de zijlijn te roepen dat we nooit meer één kerncentrale mogen bouwen – waar ook ter wereld. Het is veel moeilijker om met een doordacht, realistisch en politiek haalbaar verhaal te komen over het totaalplaatje – en dat is wel wat deze tijd vraagt. Dat mijn partij nu pleit voor een landelijk referendum over een eventuele nieuwe kerncentrale (in de hoop dat de burger zo’n ding niet vreet) zint me dan ook maar matig. Ik ben ook niet voor zo’n centrale, maar nu om een referendum vragen wekt de indruk van een goedkoop en populistisch meevaren op de stralingsgolven uit Fukushima – dat is GroenLinks onwaardig. Als je over dit moeilijke onderwerp echt een referendum wil houden, moet je de kiezer keuzes geven uit verschillende gelijkwaardige alternatieven.

Maar eigenlijk gaat de hele kernenergie-ja-of-nee discussie voorbij aan een veel belangrijkere vraag: wat is eigenlijk nou precies de rol die een overheid zou moeten spelen in de energiemarkt, en vooral: hoe willen we dat die energiemarkt eruit ziet? Gezien de ruimtelijke impact van energieopwekking in welke vorm dan ook is het onzinnig om te veronderstellen dat ‘de markt’ dit wel even oplossen zal: voor onze energievoorziening hebben we de overheid hard nodig, en dat zal de komende decennia echt niet veranderen: vergunningen zijn en blijven politieke keuzes. De keuzes die onze volksvertegenwoordiging maakt (of, onverhoopt, niet maakt) zullen hoe dan ook een diepe impact hebben op energieprijs, economische groei en materiële welvaart op korte en langere termijn. Kortom, lieve vriendjes en vriendinnetjes in Den Haag en van de pers, allemaal leuk en aardig, die keppeltjes, hoofddoekjes, halskettingen en burqa’s, maar het speelkwartier is nu wel om. Hoog tijd om uw energie eens te wijden aan de toekomst van dit land.

Sleutelvraag is of we willen dat de overheid voor de korte termijn overvloed stimuleert – waarbij de energieprijs (kunstmatig) laag is en het verbruik dus hoog – of schaarste – waarbij de energieprijs (kunstmatig) hoog is en het verbruik dus lager. Ons antwoord op deze vraag bepaalt in hoeverre en hoe snel we af kunnen van de kolen en kernenergie en tot op welke hoogte hernieuwbare energie een aantrekkelijk alternatief wordt. Bij een lage energieprijs zal dat beperkt het geval zijn, bij een hoge energieprijs ligt dat anders. Cruciaal is de doorwerking van de korte termijn op de langere termijn: hoog verbruik in de komende jaren leidt later wellicht/vermoedelijk/waarschijnlijk tot problemen met grondstofprijzen (neem nou uranium…), klimaat en, in extreme gevallen, nucleaire veiligheid. Lage prijzen stimuleren bovendien doormodderen zonder innovatie. Schaarste zal in het begin wellicht een beetje pijn doen maar uiteindelijk creativiteit, innovatie en duurzaamheid stimuleren. Kortom: we kunnen nog jaren soebatten over hoe we de energie gaan opwekken, maar de kernvraag is hoeveel energie we vinden dat we nodig moeten hebben en hoe zich dat verhoudt tot wat we nu verbruiken. Scenario 1: overvloed en lage prijs, scenario 2: schaarste en hoge prijs. Wie heeft er het lef te stemmen voor scenario 1, ook wel bekend als ‘après moi, le déluge’?

Miko Flohr, 29/03/2011

Tussen design en kunst

Jana maakt bijzondere dingen, al jaren, en heeft scherpe ogen voor wat past en niet. Het huisje waar ze woont heeft, los van de alledaagse rommel, inmiddels enige kenmerken van een kunstwerk op zich. Niet van de wijs gebracht door de gure politieke tegenwind die de linkse hobbies (en dus ook haar) treft timmert, polijst, last en verft ze hard aan de weg, ergens in het grijze (doch pertinent niet saaie) schemergebied tussen kunst en design. Deze week heeft ze een designreportage van maar liefst zeven pagina’s in de Viva (zie hier), en dat is natuurlijk geweldig. Nu hopen dat het weer een paar zoden aan de dijk zet.

U moet overigens, zeg ik er (als broer) geheel objectief bij, beslist eens gaan kijken op haar website thedriftwood.nl. En als u twittert, zou u haar kunnen volgen via @janaflohr.

Miko Flohr, 22/03/2011

Auguri for Italy… or not.

Today it is 150 years ago that, after the conquest of large parts of the peninsula, the Kingdom of Sardegna officially changed its name to the ‘Kingdom of Italy’. Technically, thus, Italy celebrates its 150th anniversary today – though nothing really happened on that day, the ‘Kingdom’ was dissolved in 1946 and Italy of course has been a republic since. It is not that you get the impression that there will be a big party though. In 1861, the unification of Italy was far from over – and in many ways, Italy of course struggles with its unity until the present day.

This cartoon – anonymous, made somewhere between 1861 and 1870 – kind of sums up the problems faced in the first years. We see the personification of Italia showing general Enrico Cialdini, who played a prominent role in the young state, his enemies, conveniently resting on the shoulders of their patron, the French emperor Napoleon III. On the left branch, we see Pope Pio IX, who at this point still ruled a big papal state in central Italy, the clergy, and the Bourbon nobility in Naples, who also opposed the unification. On the right branch we see a bunch of brigands, who flourished in the former Kingdom of the two Sicilies in the 1860s and 1870s just like the Mafia is flourishing there now (or: since). Behind the tree, we see Giuseppe ‘Roma o Morte’ Garibaldi ploughing his land at Caprera (which he really did when he was not marching on Rome) – just like Cincinnatus had done before Roman Senators asked him to come to their rescue. In the end, it didn’t work out like that – Garibaldi tried to march on Rome three times, but the Eternal city was finally defeated without him when the French had to withdraw their troops during the Franco-Prussian Blitzkrieg of 1870 (in which Garibaldi, by the way, was leading one of the few French divisions that were not defeated by the Germans). Yet, the cartoon shows, pretty clear, that there was little reason to celebrate unification on March 17, 1861.

Miko Flohr, 17/03/2011